Zwolle – Het waren vorig jaar in februari extreme omstandigheden. Door de zware sneeuwval lag de stad bedolven onder een dik pak sneeuw en ijs. Dinsdag waren het deze omstandigheden die een poging tot doodslag lieten smelten als sneeuw voor de zon.
In de vroege avond van 8 februari 2021 wordt een, destijds 24 jarige, Zwollenaar gebeld door een goede vriend. Het is een uitnodiging om een jointje te komen roken. De man gaat naar de Lidl en haalt daar bier. Aangekomen in de Zeeheldenbuurt ontdekt hij dat zijn afspraak niet is komen opdagen. Hij besluit door te lopen. In de Van Heemskerkstraat hoort hij zijn naam roepen.
Veel tijd om te reageren heeft hij niet. Uit het niets duikt de vriend die hem eerder belde op. Hij is samen met twee andere mannen. Hij herkent een ‘rivaal in de liefde’ en die slaat hem direct, van achteren, met een bierfles op het hoofd.
“Ik ben er ingeluisd,” zegt de Zwollenaar. “Na de klap op mijn hoofd ben ik tegen de grond gewerkt en ben ik geschopt en geslagen.” Hij raakt hierdoor gewond maar zijn belager komt ook niet ongeschonden uit de strijd. Die loopt met een steekwond in zijn flank naar het tankstation aan de Hanekamp.
De gewaarschuwde politie ploetert zich door de bijna onbegaanbare stad en gaat op zoek naar de dader. Auto’s worden staande gehouden in de omgeving echter treffen ze de dader niet aan. In de lokale media verschijnen die avond de eerste berichten over het steekincident.
De volgende dag bereikt het nieuws de Zwollenaar. Hij besluit om samen met zijn ouders naar het politiebureau te gaan om zich te melden. Het is ook niet zijn gewoonte om met een mes op zak te lopen. “Ik had die avond een Zwitsers zakmes in mijn zak omdat we bier zouden gaan drinken,” zegt hij. “Gewoon als flesopener omdat ik anders elke keer mijn aanstekers kapot heb.”
“Blijkbaar heb ik hem gestoken. Ik wist dat niet ,” zegt de Zwollenaar. “Ik dacht echt dat ze me zouden afmaken,” voegt hij er huilend aan toe. De rechter wil weten waarom hij niet gevlucht is toen hij de klap kreeg. “Ik stond er alleen tegenover drie anderen,” zegt hij. “Het is op dat stuk heel erg donker en er lag meer dan dertig centimeter sneeuw.”
Zijn slachtoffer heeft een andere lezing. Volgens hem was het de Zwollenaar die met getrokken mes op hem af kwam en hem in zijn zij stak. Daarna zou hij de Zwollenaar met de vuist tegen de grond hebben geslagen. De Zwollenaar zou vervolgens met zijn gezicht in glas zijn gevallen dat al op de straat lag. Ook zijn beide vrienden bevestigen deze verklaring. Door de messteek liep het slachtoffer een bloeding op in de lever.
De officier van justitie wil de zaak aanhouden om opnieuw de getuigen te horen. “Het is niet duidelijk of er eerst is geslagen met de bierfles of met een mes is gestoken.” De advocaat van de Zwollenaar verzet zich hiertegen. Zij vindt dat het Openbaar Ministerie tijd genoeg heeft gehad om de getuigen nogmaals te horen. Ook verwacht ze niet dat de getuigen nu anders zullen verklaren. “Twee van de getuigen hangen aan de lippen van het slachtoffer.” Ook laat ze al weten aan de officier dat ze zich zal gaan beroepen op noodweer. De politierechter deelt haar mening en wijst het verzoek af.
Na een korte schorsing op verzoek van het OM is het woord aan de officier. Hij vindt dat een poging tot doodslag niet bewezen kan worden. Een zware mishandeling kan volgens hem wel bewezen worden. Zeker gezien het letsel, een steekwond in de lever.
De openbaar aanklager is er van overtuigd door onderzoek van de belgegevens dat de Zwollenaar naar de Zeeheldenbuurt is gelokt door het slachtoffer. “Hij deed dit via een wederzijdse vriend.” De verklaring van het slachtoffer gelooft hij niet. “Ik heb de foto’s gezien van het letsel van verdachte. Het is ongeloofwaardig dat het komt door een vuistslag.”
De officier gelooft ook niet dat de glasverwondingen het gevolg waren van een val in glasscherven die op de grond lagen. “Een bierflesje is stukgeslagen op het hoofd van verdachte en daardoor stond hij oog in oog met zijn gewapende belager. Een kapot bierflesje is ook een wapen,” aldus de officier. “Het steken met een mes door verdachte is dan een proportionele reactie.” Het OM vraagt de rechter om ontslag van rechtsvervolging. De advocaat van de Zwollenaar heeft weinig toe te voegen aan de woorden van het Openbaar Ministerie.
De rechter worstelt met de kwestie. De zware mishandeling acht hij wettelijk en overtuigend bewezen. “Ik zit op het randje omdat ik uit principe vind dat je had moeten weglopen,” zegt de rechter. “Door de duisternis, sneeuw en gladheid kon dit niet en vind ik het steken proportioneel.”
Omdat het noodweer was wordt de Zwollenaar vrijgesproken. Of zijn belager er ook zonder straf mee weg komt moet nog blijken. Hij moet zich binnenkort bij de rechter verantwoorden voor de mishandeling van de Zwollenaar.