Zwolle – Meer dan honderdvijftig jaar geleden legde de overgrootvader van Robin Veen het fundament voor een familiebedrijf dat tegenwoordig Thereca heet. Het bedrijf dat ooit in Hasselt begon, groeide uit tot een allround projectinrichter met eigen productiefaciliteiten. Als directeur van het bedrijf met meer dan dertig medewerkers heeft Robin al wel het nodige meegemaakt.
Het valt allemaal in het niet sinds er onlangs een dagvaarding op de deurmat van de ondernemer plofte. Robin is de werkgever van Wouter Z., een Zwollenaar die verdacht wordt van meerdere verkrachtingen van minderjarige meisjes. Z. is bij hem in dienst als logistiek medewerker en hij mag van de rechter zijn strafproces in vrijheid afwachten. Wouter Z. wil weer aan de slag bij Thereca en Robin weigert dat resoluut en principieel.
Robin liet de vermeende verkrachter weten dat hij niet meer welkom was bij Thereca. Hij meent er ook meer dan voldoende redenen voor te hebben. “Ik ga altijd uit van het principe dat iemand pas schuldig is als de rechter hem veroordeelt,” zegt Robin. Het wordt volgens de ondernemer anders als degene waar het om gaat het zelf zegt. Vorig jaar verscheen Wouter Z. plotseling niet meer op zijn werk. Enige tijd later kreeg Robin bericht dat zijn werknemer verdacht werd van zeven zedendelicten met minderjarige meisjes en het verspreiden van kinderporno.
Wouter Z. had, vanuit het huis van bewaring, telefonisch contact met Robin. “Ik heb hem toen recht op de man af gevraagd of hij het gedaan heeft,” zegt Robin. Het antwoord schokte hem diep. “Het is wel gebeurd, ik heb het gedaan,” was het antwoord van Wouter Z. Hij vertrouwde zijn werkgever toe dat het hem niet volledig is aan te rekenen. “Ik ben verminderd toerekeningsvatbaar,” aldus Z.
Robin heeft zijn medewerker direct gezegd dat hij niet meer terug kon keren bij Thereca. “Wij leveren veel aan zorginstellingen en nota bene aan een opvanglocatie voor vrouwen,” vertelt Robin. “Hoe kan ik daar iemand heen sturen die verdacht wordt van dit soort misdrijven?” Na de eerste pro-formazitting domineerde Wouter Z. het nieuws in de omgeving van Zwolle. “Op de werkvloer is er door zijn collega’s ook het nodige over gezegd,” vertelt Robin. “Ik vind het zeer begrijpelijk dat mijn personeel het niet accepteert als ze weer met Wouter moeten werken.”
Iemand die de afwegingen van Robin niet begreep, is Wouter Z. Hij besloot Thereca te dagvaarden om via de rechter af te dwingen dat hij zijn werk weer kan hervatten. Ook kan hij ermee leven om thuis te blijven, maar dan wil hij daar wel maandelijks voor worden uitbetaald. Woensdag verscheen Robin dan ook voor de kantonrechter in Apeldoorn. “Ik heb geen advocaat in de arm genomen omdat ik juridisch vermoedelijk ongelijk heb,” zegt Robin. In de wachtkamer van de rechtbank steekt hij niet onder stoelen of banken dat hij geen flauw idee heeft wat hem dadelijk te wachten staat. Als de bode hem ophaalt, komt hij alleen voor de rechter en de griffier te zitten.
Een uiterst vriendelijke rechter bijt de spits af en neemt rustig de zaak met hem door. In eerste instantie denkt ze dat het gaat om het uitbetalen van een achterstallig maandloon aan Wouter Z. “Nee, daar gaat het niet om. Ik wil het hem niet betalen, maar heb hem aangeboden om het geld over te maken naar het Autisme Huis of een ander goed doel als Wouter een suggestie heeft,” zegt Robin. De ondernemer vertelt de rechter over het telefoongesprek met Z. en zijn schuldbekentenis. Het wordt dan ook duidelijk dat het arbeidscontract van Wouter Z. sowieso aan het einde van deze maand afloopt.
De ondernemer zegt dat hij al veel kosten heeft gemaakt sinds de aanhouding van Wouter Z. Hij moest een vervanger inhuren via een uitzendbureau, die kosten overstijgen inmiddels de tienduizend euro. “U wilt dat geld dus terugzien,” vraagt de rechter. “Nee hoor, daar gaat het me niet om,” is het antwoord van Robin. De kantonrechter begint zich een beeld te vormen van de situatie waarmee Robin is geconfronteerd. Als Robin zegt dat hij de zaak wel gaat verliezen valt de rechter hem in de rede. Ze legt hem uit dat ze van beide kanten het verhaal wil horen voor ze een eindoordeel kan vellen. Het gaat niet alleen om de belangen van Wouter Z. maar ook om de belangen van het bedrijf.
“Ik zit hier niet voor het geld maar voor mijn bedrijf en personeel,” zegt Robin tegen de rechter. “Ik kan niet meer met mezelf overweg als ik hem weer aan het werk laat gaan.” Robin is er duidelijk over, wat het hem ook gaat kosten, hij wil Wouter Z. niet meer zien bij Thereca. De rechter besluit dat er een volgende ronde zal moeten komen in deze zaak. “Dat kan schriftelijk, maar mij lijkt een mondelinge zitting de meest logische vervolgstap,” aldus de magistraat. Binnenkort ontvangen Wouter Z. en Robin een brief van de rechtbank waarop zij verhinderdata kunnen aangeven. Daarna zal een datum worden geprikt waarop de beide partijen in de rechtszaal in Apeldoorn moeten verschijnen.
Het probleem voor Thereca en Robin is ontstaan op het moment dat de rechters in Zwolle besloten de voorlopige hechtenis van Wouter Z. te schorsen. Half december vroeg advocaat Yildirim de strafrechters om Wouter Z. voorlopig vrij te laten. Volgens de raadsman was er sprake van verzachtende omstandigheden en had Wouter Z. zijn spaargeld gebruikt om de huur van zijn woning te betalen. Dat geld was op en om zijn woning en werk te kunnen behouden moest hij op vrije voeten komen. Het OM maakte hier bezwaar tegen. De officier van justitie bepleitte dat het om zeer ernstige feiten gaat. “De belangen van Z. zijn niet van dien aard dat de belangen van de maatschappij hiervoor moeten wijken.” Het openbaar ministerie voegde eraan toe dat de reclassering ook nog geen positief schorsingsadvies had gegeven.
De rechters besloten dat Wouter Z. in voorlopige hechtenis zou blijven vanwege de geschokte rechtsorde en de kans op herhaling van de ten laste gelegde feiten. Op de regiezitting, vorige maand, bleek dat Wouter Z. op 29 december vrij is gekomen. Robin heeft geen idee waarom de rechtbank tot dit besluit is gekomen. “Ik weet alleen dat hij op 2 januari weer bij mij aan het werk wilde gaan,” aldus Robin. Hij is er ook van op de hoogte dat er voorwaarden zijn verbonden aan het opheffen van de voorlopige hechtenis van Wouter Z. Hij heeft echter geen idee wat die voorwaarden zijn en wat deze zouden kunnen betekenen voor de inzetbaarheid van Wouter Z. “Communicatie vanuit justitie is er niet geweest,” zegt Robin. “Ik weet dat verdachten van dit soort zaken normaal vast blijven zitten tot de inhoudelijke behandeling van hun strafproces. Het voelt nu een beetje dat ik het allemaal maar moet uitzoeken hoe ik hiermee om moet gaan.”
Desgevraagd weet een woordvoerder van de Rechtbank Overijssel te melden dat de raadkamer vorig jaar op 28 december heeft besloten de voorlopige hechtenis van Wouter Z. te schorsen. Dit echter onder strenge voorwaarden. Een week na de pro-formazitting kwam het schorsingsadvies van de reclassering binnen, de advocaat van Z. verzocht de rechtbank om opnieuw een afweging te maken. De rechters besloten het advies van de reclassering over te nemen.
Tot de inhoudelijke behandeling van zijn zaak blijft Wouter Z. op vrije voeten. Hij moet dan wel blijven voldoen aan een meldplicht en zich ambulant laten behandelen. Ook is het hem verboden om nog contact te hebben met zijn slachtoffers en medeverdachten.