Mijn geboortehuis staat aan de Wipstrikkerallee en wel op nummer 9. Ik heb er tot 1954 gewoond. Ons vader huurde het, en omdat hij het geld niet had om het toen te kopen, verhuisden we. Later hoorde ik dat de vraagprijs 14.000 gulden was. Maar ja, hij was pas een paar jaar getrouwd, had vijf kinderen en een schuld bij mijn opa van 800 gulden. Zo ging dat in die tijd.
Vanuit het zolderraam van mijn slaapkamertje was de eerste paar jaar herberg-boerderij De Hanekamp te zien. Ik heb die steen voor steen gesloopt zien worden. Daarna is een en ander weer opgebouwd in het Openluchtmuseum in Arnhem.
Ervoor in de plaats kwam het flatgebouw waar nu pianohandel De Graaf in gevestigd is. In het begin echter, waren er drie winkels. Geheel links groenteboer Hoving. In het midden zat een grotere winkel van De Gruyter en geheel rechts een drogisterij Van Maarssen en Van de Brink, later Bijsterveld.
De groentewinkel verdween en daarvoor in de plaats kwam De Graaf. Toen de Gruyter uit het pand vertrok, nam de Graaf ook die winkelruimte over. Tot op heden zijn daar nog kenmerken van De Gruyter in het interieur terug te vinden. Hoewel de geur van koffie die er hing, je moest zelf daar je koffie malen, wel snel was verdwenen.
Toen in 1984 de drogisterij stopte, werd ook dat winkeldeel in gebruik genomen waarin veel bladmuziek en kleine instrumenten werden verkocht. De heer Bijsterveld vervulde er daarna jarenlang de rol van huismeester.
Als ik die voormalige drogisterij voorbijkom, bekruipt me nog steeds het gevoel van ergernis. Ik zal 12 of 13 jaar geweest zijn – ik stak al met kop en schouders boven menig volwassene uit – toen ik van moeders daar een boodschap moest doen. Mevrouw Bijsterveld sprak me aan met: “Zo kereltje, wat zal het zijn?” En bij het vertrek zei ze: “Dag ventje, doe je de groeten aan je moeder?”
Ik heb er lang met tegenzin de nodige boodschappen gedaan. Nadat de winkel was gesloten, kwam ik haar nogal eens tegen. ‘k Had dan, eerlijk gezegd, de neiging haar gedag te zeggen met zoiets als: “Dag vrouwtje doe je de groeten aan je mannetje?” De straffe hand, die mijn ouders bij het opvoeden hanteerden, heeft me daar gelukkig van weerhouden. Dat gaf, zogezegd, inzicht.