In de Zwolse Courant van 14 januari 1916 werd verslag gedaan van de laatste grote overstroming die Zwolle trof. In een artikel met als kop: ‘Hoog water te Zwolle’ stond te lezen hoe de wind aanwakkerde tot een noordwesterstorm. Uit ervaring wist men dat dit tot wateroverlast zou leiden.
Arbeiders van de gemeentereiniging gingen op pad met ‘dammen’. Met deze houten schotten konden kistdammen en waterkeringen gemaakt worden. Gevuld met klei, mest of zand moesten die het water tegenhouden. Er werden waterkeringen gemaakt op kwetsbare plaatsen zoals de Buitenkant, de Thorbeckegracht, de Pannekoekendijk, de Mussenhage en de Hoogstraat. Ook werd er tijdens de storm een nooddam aangelegd in de Willemsvaart om de toen nieuwe buurt Veerallee droog te houden.
Geen houden meer aan
Het door de storm opgestuwde water zette ondanks de noodvoorzieningen grote delen van de binnenstad blank. De Pannekoekendijk en de Beestenmarkt (de huidige Harm Smeengekade) overstroomden. De veemarkt week uit naar de hoger gelegen Ossenmarkt, waar volgens het bericht kalfjes vrij onnozel rondliepen.
Langs de woning van de commissaris van de Koningin, tegenwoordig appartementencomplex de Genverberg, stond het water. Het Groot Wezenland liep onder water. Dat de Buitenkant zou overstromen lag volgens de krant in die tijd voor de hand. Het Rodetorenplein overstroomde helemaal. De Melkmarkt, de Koestraat, het Gasthuisplein, de Walstraat en het Eiland stonden ook blank. Dit kwam mede doordat rioleringen overliepen.
Overlast en spektakel
Het waterspektakel trok de nodige belangstelling. Slagersjongens reden hard door het water zodat dit hoog opspatte. ‘Zelfs waren er die op de bloote beenen in het koude nat rondsprongen.’ Een trampaard wilde niet verder en reizigers zaten een poosje als op een eiland. Iemand met een paar stoelen onder de voeten gebonden probeerde zo droog te blijven bij het oversteken van de straat. In een bakkerij dreef de houten baktrog door de werkplaats.
Geen slachtoffers
De dijk bij buitenplaats Boschwijk, aan de Heinoseweg, dreigde door te breken. Het dijkje was kwetsbaar door de konijnenholen en mollengangen. Door het stromende water werden het gaten met een doorsnede tot wel een meter.
De gaten werden met planken en zakken afgedekt. Het dijkje schijnt het gehouden te hebben. Er sijpelde ook water door de Zwartewaterdijk. Ook hier kon, volgens de krant, een dijkdoorbraak voorkomen worden.
Slachtoffers waren er niet bij de overstroming. In de buurt van de Bartjensstraat werden een paar mensen van het dak gehaald. Er was slechts één boom omgewaaid.