’t Zou mooi zijn als geld niet een doel was, maar uitsluitend een middel. Dat we ons nooit druk zouden maken over de hoeveelheid geld die we hebben. Welhaast onvoorstelbaar, maar dat we gewoon niet dachten aan het hebben van steeds meer. Dat we de besteding ervan het belangrijkste zouden vinden. Dus niet hoeveel geef ik uit, maar waaraan geven we ons geld uit.
Ik vermoed dat we dan een heel ander bestedingspatroon zouden hebben. We zouden uitgaven doen voor zaken die we echt nodig hebben. Om te kunnen leven zouden we keuzes maken. We zouden er vast niet altijd volgens de laatste mode bijlopen. We hoeven dan trouwens ook niet te laten zien dat we ons de nieuwste mode kunnen permitteren.
Ik denk ook dat er nooit aan zoiets als vliegveld Lelystad zou zijn begonnen, om maar eens een uitwas in ons nationale uitgavenpatroon te noemen. “Ja, dat is de overheid, dat is een heel ander verhaal,” kan men zeggen. “Daarbij gaat het om het belang van ons allemaal.” Of dat belang bij de overheid altijd recht voor ogen staat, is natuurlijk de vraag.
De overheid geeft in principe andermans geld uit. Ons gezamenlijk geld. Daar zit ‘m nu net de crux. We zien het tijdens de huidige formatiepoging. Er wordt van tevoren over uitgaven van miljarden gepraat, terwijl over de dekking daarvan nog niet goed is nagedacht, laat staan dat er is nagerekend.
’t Zou best kunnen dat in de gemeente Zwolle ook vaak met de natte vinger wordt gerekend. De restauratie van de wandschilderingen in de Onze Lieve Vrouwe Basiliek, iets van ons allen, moet voor het overgrote deel door giften bij elkaar gebracht worden. Terwijl de doorsnee Zwollenaar, als we hem mogen geloven, trots is op de Peperbus en daar hoort die basiliek simpelweg bij. Zoals de Westerkerk bij Amsterdam en de Dom bij Utrecht, horen deze toren en kerk bij Zwolle.
Daarom mag de gemeente Zwolle wel alles voor haar rekening nemen. Laten we eerlijk zijn, dan kan het ombouwen van winkelstraten ten behoeve van terrassen en een passerelle over het spoor wel een aantal jaren wachten.
Ik ben er welhaast zeker van dat de ambtenarij het niet altijd beter weet dan de gewone burger. Nou vooruit dan, een enkel keertje.