Een dagje naar de dierentuin veranderde vorig jaar zomer in een nachtmerrie voor een gezin uit Nijmegen. Op de terugweg naar huis werden ze op de A28 bij Zwolle plotseling aangereden door een bestuurder van een bestelbus. De auto met het gezin begon te slingeren, raakte in de slip, botste tegen een grote vrachtwagencombinatie op de rechter rijstrook, caramboleerde met de vangrail in de middenberm en schoot weer door de snelweg op. De moeder van het gezin raakte zwaargewond.
Justitie verwijt Christian D. (41) uit Enschede dat hij op maandag 19 juni vorig jaar onvoorzichtig en onoplettend heeft gereden. Dinsdag verscheen hij in de rechtbank om zich te verantwoorden. “Ik kwam uit Leeuwarden en was niet moe,” vertelt de Twentenaar nerveus. “Ik wilde een blikje van het dasboard pakken en ineens: bam!”
130 kilometer per uur
De rechter vraagt hem naar zijn snelheid, volgens het politieonderzoek reed D. 130 kilometer per uur terwijl 100 kilometer per uur de maximaal toegestane snelheid is. “Dat kan wel kloppen,” geeft D. toe. Bij het uitlezen van de black box ontdekte de politie dat hij een halve seconde voor de botsing naar rechts stuurde, het gaspedaal losliet en remde. Christian D. komt amper uit zijn woorden door de zenuwen. “Het zou goed kunnen. In een split-second heb ik naar links gekeken om dat blikje te pakken,” aldus D.
Agenten noteerden in hun proces-verbaal dat ze het opvallend vonden dat de cabine van de bestelbus bezaaid lag met lege blikjes en flesjes. “Tijdens de remproeven kwamen losse spullen onder de pedalen terecht,” vertrouwde een van hen aan het papier toe. Volgens Christian D. is dat niet gebeurd op de middag van het ongeval.
Met spoed naar het ziekenhuis
De vader van het Nijmeegse gezin verklaarde bij de politie dat hij achter het stuur zat, zijn vrouw op de passagiersstoel en de twee kinderen op de achterbank. “We hadden een leuke dag in de dierentuin gehad,” zei hij tegen de politie. “Op de snelweg zag ik het busje in de spiegel aankomen en dacht dat hij ging kleven, maar hij botste hard tegen me aan.”
Het is een ervaring die nog steeds in het hoofd van zijn vrouw rondspookt. In de rechtbank leest ze haar slachtofferverklaring voor. “Opeens kreeg ik glas in mijn mond, doemde een vrachtwagen op, een erg angstige ervaring,” vertelt de vrouw. “Daarna kwam er rook uit de auto. Huilend en in blinde paniek wilde ik de auto uit maar ik kreeg de deur niet open. Een andere man trok het portier open en haalde mij eruit.”
“Ik wist direct dat ik gewond was, maar was daar niet mee bezig,” vervolgt ze. “Ik dacht alleen maar aan hoe het was met mijn kinderen en man.” Lang hoefde de Nijmeegse niet op eerste hulp te wachten. De bemanning van een toevallig passerende ambulance stopte en schoot haar te hulp. Dat de Nijmeegse serieus gewond was werd niet veel later duidelijk. “Opeens kreeg ik problemen met mijn ademhaling en ben met spoed naar het ziekenhuis gebracht.”
Bang om auto te rijden
In het ziekenhuis constateerden artsen dat de vrouw meerdere ribben had gebroken en daardoor een klaplong had opgelopen. Ook was er een tand afgebroken. Ze lag vier dagen in het Isala ziekenhuis in Zwolle en werd daarna overgebracht naar een ziekenhuis in Nijmegen. Ook daar moest de vrouw nog vier dagen blijven. Vier maanden revalideren volgde voor ze weer kon werken.
“Niet meer mijn eigen werk,” vertelt de vrouw. “Ik ben bang om auto te rijden en vooral op de snelweg. Ik heb een andere baan waar ik op de fiets heen kan gaan.” Christian D. hoort het relaas van de Nijmeegse huilend aan. Hij zit trillend in het verdachtenbankje en stamelt: “Het doet me veel.”
Spijtbetuiging voor het ongeval
De moeder vertrouwt hem toe dat ze niet boos op hem is, maar het wel belangrijk vindt dat hij weet wat de gevolgen van het ongeval voor haar zijn. Christian D. draait zich om en kijkt de vrouw aan. “Mijn excuus voor het hele gebeuren,” klinkt de stem van D. hakkelend in de rechtszaal. “Het was niet opzettelijk om dat te doen.” De vrouw laat hem weten dat ze zijn spijtbetuiging aanvaardt.
“Van roekeloos rijgedrag was geen sprake,” concludeert de officier van justitie. “Het gaat hier om de lichtste variant van schuld, het onvoorzichtig en onoplettend rijden.” Het Openbaar Ministerie eist een taakstraf van 120 uur en een rijontzegging van 6 maanden, waarvan de helft voorwaardelijk.
Jesse Sahebdien, de advocaat van D., verzoekt de rechtbank om zijn cliënt vrij te spreken. Volgens de raadsman is een enkel moment van afwezigheid door het blikje te pakken voor de wet onvoldoende om onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag te kunnen bewijzen. In het geval dat de rechters er anders over denken, hoopt hij dat D. mag blijven autorijden.
Baan kwijtraken
“Het is een hardwerkende man die al ruim twintig jaar zijn rijbewijs heeft en nooit eerder in beeld is gekomen van politie en justitie,” aldus Sahebdien.” Ook wijst hij de rechters erop dat het ongeluk vijftien maanden geleden is gebeurd en D. sindsdien geen verkeersovertredingen heeft begaan. “Mijn cliënt werkt als servicemonteur in de Benelux,” vervolgt de advocaat. “Als hij zijn rijbevoegdheid verliest zal hij zijn baan kwijtraken.” Om het te onderbouwen overlegt Sahebdien de rechters twee werkgeversverklaringen waar de voor D. onheilspellende boodschap in staat.
De advocaat vraagt de rechtbank om Christian D., mits hij schuldig wordt bevonden, een geheel voorwaardelijke geldboete op te leggen.
De rechtbank doet over veertien dagen uitspraak.