Zwolle – De Breedtesportimpuls, het BOS-project, de alliantie School & Sport, de Impuls brede scholen sport en cultuur: al jarenlang wordt van alle (bestuurlijke) kanten geprobeerd om onderwijs en sportverenigingen meer te laten samenwerken.
Kim de Haan, eerstejaars TAK-leerling, en haar mentor Bas Waaijer…
Het Thomas a Kempis College en Sportpark Marslanden hebben die stimulans van buitenaf niet nodig, zij staan aan de vooravond van een bloeiende samenwerking. Leerlingen sporten sinds begin dit jaar in het kader van het project ‘Mijn TAK van sport’ al daar waar ze na school ook hun heil moeten gaan zoeken om in beweging te blijven: bij de sportclub zelf. Hoe je het ook wendt of keert, ondanks alle stimuleringsmaatregelen zit er nog steeds een grote kloof tussen onderwijs en sport. Reinald Bosman, sportcoördinator bij het Thomas a Kempis College wil deze kloof overbruggen. ‘Enerzijds willen wij ons als sportschool profileren, anderzijds willen we net zoals overheden en betrokken instanties het bewegen bevorderen. En dan niet alleen gedurende de periode dat de leerlingen op school zitten, maar ook daarna: een leven lang bewegen. Dus willen we zorgen dat de drempel naar de sportclub wordt verlaagd.’
Met ‘Mijn TAK van sport’ krijgen leerlingen de gelegenheid om twee uur per week kennis te maken met een bepaalde tak van sport. Het project is verplicht voor alle brugklassers. ‘Je kunt de leerlingen op school met de verschillende takken van sport laten kennis maken, maar het is voor hun veel leuker en dus ook motiverender om het bij de sportvereniging zelf te doen.’ En daar komt Sportpark Marslanden om de hoek kijken.
Op Sportpark Marslanden zijn acht sportclubs gevestigd: de Rugbyclub Zwolle, Handbal- en Voetbalvereniging SV Zwolle, Hockeyvereniging MHC Tempo ’41, Handboogschietvereniging St. Sebastiaan, Tennisvereniging PAF en Jeu de Boulesvereniging Het Zuiderboeltje. ‘Op dit moment maken de leerlingen van het Thomas a Kempis College gebruik van de accommodaties’, vertelt voorzitter Dick Egberts van TV PAF. ‘Zij worden begeleid door een docent. Het is echter onze bedoeling dat we te zijner tijd ook onze eigen mensen gaan inzetten, zodat de leerlingen nog beter de sfeer van het echte sportverenigingsleven kunnen proeven. Dat biedt voor ons veel voordelen. Hiermee kunnen we namelijk het sportpark promoten en de betrokkenheid met ondernemingen en bewoners in de omgeving vergroten, zodat we een belangrijke rol kunnen gaan en blijven spelen in de Zwolse sportwereld. Daarbij ervaren de leerlingen een echte sportbeleving en het sportpark is beter bezet: ook overdag in plaats van vrijwel alleen maar ’s avonds. Daarnaast zouden we de multifunctionaliteit van het sportpark kunnen uitbouwen op sociaal gebied, maar ook op het gebied van buitenschoolse opvang. Waar we uiteindelijk ook heel graag naar toe zouden willen is een gezamenlijke overdekte sportaccommodatie op Sportpark Marslanden. De plannen liggen al klaar. Het zou prima passen in het gemeentelijke Masterplan Sportaccommodaties, en de visie op de spreiding en de kwantiteit van sportaccommodaties in Zwolle.’
De samenwerking zit inmiddels in de opstartfase. ‘Het leuke van dit gezamenlijke initiatief is dat het niet van buitenaf wordt opgelegd, maar dat het vanuit beide partijen zelf komt’, stelt Bosman. ‘Het idee wordt dus veel beter gedragen door de betrokkenen zelf en dat betekent dat het veel meer kans van slagen heeft. En de leerlingen zijn ook enthousiast. Ze zijn even helemaal uit de schoolomgeving weg en bovendien leren ze heel veel van de sport. En ook van de evaluatie steken ze veel op.’ De leerlingen hebben inmiddels kennis kunnen maken met voetbal en rugby, binnenkort gaan ze tennissen. ‘Tegenwoordig switchen kinderen veel vaker dan vroeger’, zegt Egberts. ‘En dat kan op zo’n sportpark. Je zou ze op termijn een overkoepelend abonnement kunnen aanbieden waarmee ze bijvoorbeeld een tijdje kunnen boogschieten, daarna kunnen handballen en vervolgens tennissen. Zo speel je in op de moderne trends onder de jongeren. En het grappige is dat we in feite doen wat NOC*NSF tegenwoordig tegen de bonden zegt: we laten de sport ook eens een stapje naar het onderwijs doen, in plaats van altijd andersom. Volgens mij staan we aan de vooravond van een bloeiende samenwerking.’
Bas Waaijer: ‘Kim heeft de afgelopen tijd kennisgemaakt met voetbal en stort zich nu op rugby’. ‘Het is leuk om in teams te sporten en om samen te spelen’ geeft Kim aan. ‘Je wordt, afhankelijk van je niveau ingedeeld in de groepen. Net als bij skiën is de zwart-rode groep het lastigst. Ik zat in de blauw-groene groep en mocht vaak dingen voordoen voor de groep. Waarschijnlijk ga ik op meidenvoetbal bij Be Quick omdat een paar klasgenoten daar ook al voetballen.