Een rijdend aquarium trok zaterdag door Kampen en Zwartewaterland. In grote watertanks werden tienduizenden jonge palingen vervoerd, op weg naar hun nieuwe leefomgeving. In totaal werden er 56.000 uitgezet in de IJssel, het Ganzendiep, de Goot en het Zwarte Water.
De jonge palingen werden op vier plekken met emmers het water in geholpen: bij de Stadsbrug in Kampen, het oude veer in Grafhorst, in de Goot bij de oude veerbel in de Pieperpolder en bij de veerpont over het Zwarte Water in Genemuiden.
Kinderen en vrijwilligers stonden met laarzen aan en emmers in de hand klaar bij de waterkant. Ze kregen hulp van wethouder Bernard van den Belt uit Kampen, burgemeester Eddy Bilder, raadslid Wilhelm Bisschop uit Zwartewaterland en oud-Kamerlid Roelof Bisschop. Ook zij rolden de mouwen op en lieten emmers vol kronkelende palinkjes het water in glijden.
De uitzet draagt bij aan het herstel van de palingstand en houdt een eeuwenoude streektraditie in ere: het peuren. Daarbij worden wormen aan lange draden geregen, verzwaard met een peurlood, en uitgezet in het water. In het donker, wanneer de paling actief wordt en op zoek gaat naar voedsel, hapt hij toe.
Die traditionele vangstmethode wordt al generaties lang gebruikt in de IJsseldelta en leeft voort dankzij peurvereniging KIJG, de enige peurvereniging in Nederland. De vereniging werd opgericht in 1973 en telt zo’n veertig actieve leden uit Kampen, IJsselmuiden en Genemuiden.
Voor de aankoop van de visjes haalden de leden van KIJG 4500 euro op. Stichting Dupan, die zich inzet voor een duurzame palingsector, verdubbelde dat bedrag. De hoeveelheid paling die met dat bedrag werd uitgezet is vele malen groter dan wat de vissers van KIJG zelf jaarlijks vangen. Zo wil de vereniging laten zien dat natuurbeheer en visserij prima samen kunnen gaan.
Als de palinkjes volwassen zijn verlaten ze het zoete water van de IJsseldelta. Via het IJsselmeer steken ze dan de oceaan over op weg naar de Sargassozee om zich daar voort te planten.