De gemeente Zwartewaterland staat er financieel nog goed voor, maar waarschuwt dat dit beeld snel kan kantelen. Door oplopende zorgkosten en een onzekere rijksbijdrage dreigt vanaf 2028 voor het eerst een tekort.
Uit de Jaarverantwoording over 2024 en de Zomernota blijkt een positief resultaat van 2,6 miljoen euro. Ook de eerste maanden van 2025 laten met een tussenstand van 750.000 euro nog zwarte cijfers zien. Toch luidt wethouder Maarten Slingerland voorzichtig de noodklok: “De jeugdzorg en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) drukken steeds zwaarder op onze begroting. We moeten goed kijken waar we het geld aan uitgeven.”
De Wmo is bedoeld om mensen te helpen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te blijven wonen en mee te doen in de samenleving. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor deze ondersteuning, zoals hulp bij het huishouden, dagbesteding of aanpassingen in huis.
Toch wordt er nu al voorlopig lucht gecreëerd. De gemeente dekt dit jaar een tekort van 1,36 miljoen euro in het sociaal domein uit de reserve, terwijl een meevaller van 8 ton uit beschermd wonen eveneens naar diezelfde pot wordt doorgeschoven. Ook wordt alvast een miljoen toegevoegd aan de algemene reserve om klappen in de nabije toekomst op te vangen.
Zwartewaterland bouwde de afgelopen jaren een financiële buffer op, maar die dreigt in de jaren daarna steeds harder nodig te zijn. Vooral de toenemende langdurige zorgtrajecten en de vergrijzing zorgen voor druk op de uitgaven. Vanaf 2028 verwacht het college voor het eerst rode cijfers, al houdt het vooralsnog vast aan geplande investeringen in onder meer leefbaarheid, verkeersveiligheid en toerisme.
De gemeenteraad debatteert donderdag verder over het gemeentelijke huishoudboekje.
