Op de plek van de voormalige Joodse begraafplaats aan de 1e Ebbingestraat in Kampen zijn geen aanwijzingen gevonden voor nog aanwezige graven. Dat blijkt uit afgerond geofysisch onderzoek waarbij de bodem niet is verstoord. De uitkomst geeft volgens betrokkenen voldoende vertrouwen. Verdere opgravingen blijven uit.
De begraafplaats was tot 1830 in gebruik en werd in 1948 geruimd. Grafresten zijn toen onder toezicht van politie en een vertegenwoordiger van de Joodse Gemeente Zwolle overgebracht naar de begraafplaats in IJsselmuiden. Of dat destijds zorgvuldig gebeurde, werd later in twijfel getrokken door de Vereniging Het Joodse Begrafeniswezen, die waakt over de eeuwige grafrust van Joodse overledenen.
Om die zorgen weg te nemen, liet de gemeente Kampen het terrein in twee fasen onderzoeken, in november en april. Met behulp van grondradar en elektromagnetische metingen is het gebied gescand op verstoringen. Die zijn niet aangetroffen. De gemeente voerde het onderzoek uit in overleg met het Interprovinciaal Opperrabbinaat en onder toezicht van archeologen.
Volgens wethouder Richard Boddeus levert het onderzoek waardevolle informatie op zonder dat de bodem werd beroerd. “We willen ons nu richten op een blijvende herinnering aan dit belangrijke stuk geschiedenis,” zegt hij. De gemeente gaat daarover in overleg met de Opperrabbijn en de Joodse Gemeente Zwolle.
Volledige zekerheid is er niet omdat de bodem niet is verstoord. Een klein deel van het terrein kon niet worden onderzocht vanwege een steilere helling met dichte begroeiing. Gemeente en Opperrabbijn berusten in de uitkomst en zien geen reden voor vervolgonderzoek.
