Zwolle – De verslavingzorg heeft dringend behoefte aan professionele preventiewerkers die eigen ervaringen, gewoontegedrag en persoonlijke ontwikkeling inzetten in het contact met de doelgroepen. Alleen toepassing van op zichzelf relevante kennis is onvoldoende. Bovendien moet er meer aandacht en geld komen voor de sterk toenemende groep 55-plussers met uiteenlopende verslavingen. Deze doelgroep vergrijst en de kosten stijgen dus. Terecht wordt voor de ouderenzorg in het nieuwe regeerakkoord extra geld uitgetrokken. Daar hoort ook de verslavingspreventie toe.
Dat zegt mr. dr. Rob Bovens, senior wetenschappelijk medewerker bij het Trimbosinstituut, die maandag 1 november in Zwolle als lector Verslavingspreventie wordt geïnstalleerd op de Christelijke Hogeschool Windesheim. Bovens is gespecialiseerd in de ondersteuning van regionaal en lokaal verslavingsbeleid.
In zijn lectoraat staan de persoon en de positie van de preventiewerker centraal bij het ontwikkelen van onderwijs en het verrichten van onderzoek. Bovens: “Ten onrechte wordt ervan uitgegaan dat de uitvoerders van wetenschappelijk onderbouwde methodes over voldoende vaardigheden, zelfinzicht en stevigheid beschikken om een optimaal resultaat te bewerkstelligen. Dat is een onjuiste aanname. Een preventiewerker moet zijn eigen ervaringen kunnen delen met de doelgroepen. Hij is als professional een spiegel voor zijn cliënten. Als hij zichzelf niet kent, bereikt hij hen onvoldoende. Zijn voorbeeldgedrag is een belangrijke factor. Onderlinge herkenning is naast kennisdeskundigheid cruciaal om verbindingen met de cliënt te leggen. Interventies zijn slechts succesvol onder die voorwaarde. Als professional moet je jezelf kennen én je doelgroepen kennen.”
Het onderzoek vanuit het lectoraat Verslavingspreventie zal zich dus toespitsen op de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en attitude van de professionals, waarbij wetenschappelijke kennis en methoden worden verbonden aan ervaring en grondhouding van de preventiewerker zelf. Daar liggen volgens Bovens de kracht en de concrete toepasbaarheid van het lectorale onderzoek op Windesheim in de komende jaren. Daarnaast krijgt deze aanpak een prominente plaats in het onderwijs op de Zwolse hogeschool.
Uiteraard is de jeugd een belangrijke doelgroep voor het lectoraat. Maar Bovens wil zich in het lectoraat ook bezighouden met de groeiende gevarengroep senioren die door alle mogelijke verslavingen heenloopt. Steeds meer onderzoek wijst op deze maatschappelijke ontwikkeling die zich tot nu toe meestal in de anonimiteit voltrekt. Het is dus zaak dat het taboe op deze werkelijkheid verdwijnt. Bovens: “Deze groep zal de komende jaren veel aandacht nodig hebben. Juist ook om te voorkómen dat ouderen verslaafd raken, bijvoorbeeld door een hoge werkdruk in deze jachtige tijd, na hun arbeidzame leven of door een scheiding op hogere leeftijd. Preventie heeft ook veel met zingeving te maken en met het gevoel dat je ertoe doet. Het is bovendien van groot belang om de omgeving er op een goede manier bij te betrekken. Ik verwacht dat het preventieve seniorenbeleid steeds belangrijker gaat worden. Daarop willen wij vanuit het lectoraat adequaat en concreet inspelen.”
De installatie van Bovens tot lector bij Windesheim vindt 1 november 2010 vanaf 15.00 uur plaats in het Auditorium van Windesheim, Campus 2-6 te Zwolle. Na de lectorale rede van Bovens zelf zal drs. Ruud Rutten, voorzitter Raad van Bestuur van Tactus Verslavingszorg, een referaat houden.
Dus om betere aansluiting te vinden met de client moet er meer van de eigen ervaringen van de hulpverlener openbaart worden? Er zijn toch meer mogelijkheden om aan te sluiten?
Niet voor niets hebben wij een legertje van 130 ervaringsdeskundigen, die onze preventiewerkers assisteren. Tevens is de helft van ons team van preventiewerkers, ook zelf ervaringsdeskundig. De ervaringen van de afgelopen 25 jaar, leert ons dat dit een zeer waardevol concept is.
Een mooi pleidooi voor deze doelgroep, maar met de huidige regeer plannen zie ik het duister in i.v.m. het ernstig bezuinigen in de zorgsector.
Terecht dat er vermeld wordt,,Uiteraard is de jeugd een belangrijke doelgroep voor het lectoraat,,maar zolang er nog ruim 400 kinderen thuis zitten omdat er geen plek voor ze is in het speciaal onderwijs,ben ik bang dat deze groep snel in omvang zal groeien.