Van15 september 2007 tot en met 6 januari 2008 is in het Historisch Centrum Overijssel de tentoonstelling Pietate et Virtute, het adellijke leven in Overijssel tijdens het Ancien Régime, te zien.
In de zeventiende eeuw was de adel zich bewust van hun ‘bijzonderheid’. Bewust of onbewust spiegelden zij zich aan het beeld dat de buitenwereld van hen als groep had. Zij verhieven dat tot een zelfbeeld, waardoor zij zich gingen onderscheiden van anderen. De adel liet zich daarbij leiden door de PIETAS (vroomheid) en de VIRTUS (waardigheid), om zo aan hun leven gestalte en inhoud te geven. Ten tijde van het Ancien Régime (de periode vóór 1795) in Overijssel had de adel een belangrijke rol. Sommigen werden als riddermatige toegelaten tot de Ridderschap van Overijssel en daarmee ook tot de Staten van Overijssel. Zij kregen zo toegang tot belangrijke regeerambten in de provincie Overijssel en in de Republiek van de Verenigde Nederlanden. De enige manier om daar voor in aanmerking te komen was door aan te tonen dat jouw geslacht al minstens 4 generaties tot de adelstand behoorde.
Dit kon je als edelman op verschillende manieren ‘bewijzen’, bijvoorbeeld door aan te tonen dat de havezate waarin je woonde aantoonbaar in het bezit van je familie was sinds 1578 (de eerste keer dat de Staten van Overijssel bij elkaar kwamen).
De tentoonstelling laat zien wat de adel tot ‘adel’ maakte. Hoe zagen zij zichzelf? Hoe lieten zij zich vereeuwigen? Wanneer is een huis een havezate? En zelfs, hoe wilden zij herinnerd worden?
Kortom, leer de adel kennen, zoals zij zichzelf zagen en zoals ze gezien werden.