Zwolle – Op de mooie zomeravond van maandag 15 augustus werden onder de grote kastanjeboom bij de ingang van Park Eekhout rondom de vijver met klaterende fontein de verschrikkingen van de oorlog in Nederlands Indië opgehaald. Om te herdenken en elkaar te troosten. Naast het Indië- en Nieuw Guinea monument stonden Zwolse militaire veteranen en leden van de Nationale Reserve naast elkaar in het gelid. De nationale driekleur naast het monument halfstok. Het Koperensemble Excelsior uit Westenholte zorgde voor passende koraalmuziek.
Voor genodigden en andere belangstellenden waren stoelen klaargezet. Velen waren op de fiets gekomen. De kermisattracties waren stilgezet en alleen zacht stadrumoer was hoorbaar toen ceremoniemeester Jeffrey Satoor De Rootas de samenkomst opende: "de herdenking van dit jaar heeft als thema "kinderen en nazaten uit de oorlog in Nederlands Indië." In zijn inleiding vroeg hij aandacht voor de kinderen van oorlogsslachtoffers, die tientallen jaren later soms ernstige gezondheidsklachten krijgen. Mevrouw Gerdi Verbeet, voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei hield een persoonlijk verhaal over haar vader, die als dienstplichtig militair in de herfst van 1945 naar Indië werd gezonden.
“Net de hongerwinter achter de rug en gelijk daarna in een koloniale oorlog terechtgekomen.” De terugkomst in Nederland verliep kil en gevoelloos en er was toen voor militairen nog geen nazorg. “Ook mijn vader zweeg, want hij zag de afkeuring in onze gezichten.” Verbeet wil aandacht voor de verhalen van deze oud-militairen en “we hebben niks aan simpele oordelen dat zij oorlogsmisdadigers waren.”
Ook vroeg ze aandacht voor kinderen uit oorlogsliefdes. Nederlandse militairen hebben toen kinderen verwekt bij Indische vrouwen. Jarenlang was dit een groot taboe en deze kinderen bleven vaak in Indië achter na vertrek van hun vader naar Nederland. “Ze waren niet bruin genoeg voor de Indonesiërs en werden soms gezien als kinderen van de bezetter. Ze waren niet wit genoeg om door Nederland erkend te worden. Het project “Oorlogliefdeskind” helpt zestig jaar later vaders en kinderen bij hun zoektocht naar elkaar. Inmiddels oudere mannen en vrouwen in Indonesië op zoek naar hun biologische vader “Tuan Papa” en oude blanke mannen uit Nederland die aan het eind van hun leven hun lichtbruine kind willen ontmoeten.
De heer Silfraire Delhaye, voorzitter van het Indisch Platform hield ook een zeer persoonlijke toespraak, waarbij hij vooraf aangaf dat zijn woorden wellicht emoties van boosheid of verontwaardiging zouden kunnen oproepen. De ouderen hielden hun leed verborgen voor hun kinderen en wilden hun trauma’s niet tonen, waardoor kinderen hun ouders niet hebben leren kennen. Hijzelf heeft zijn vader nooit gekend. Zijn vader was een Japanse burgerofficier in Nederlands Indië en verwekte bij een Indische vrouw een kind: “Ik ben een Japanse nakomeling.” Hij erkende met een “bezwaard gevoel” hier vanavond op 15 augustus met zijn Japanse achtergrond te staan, maar gaf ook een duidelijk statement: “Een kind kan nooit zijn eigen ouders uitzoeken.”
Precies om acht uur was het één minuut stil nadat de trompettist het signaal “Taptoe” had gegeven en was alleen de klok van de Peperbus te horen die acht keer sloeg. Na de stilte werd het eerste couplet van het Wilhelmus gespeeld door Koperensemble Excelsior en de vlag werd in top gehesen. Hierna droeg burgemeester Henk Jan Meijer het gedicht “Erfenis” van dichter, schrijver en beeldend kunstenaar Ted van Lieshout voor.
Niet allen gesproken woorden, maar ook gezongen teksten door de Indische sing-song writer en muzikant Wouter Muller. In een wit pak met zwart vestje nam hij zijn gitaar ter hand en vertelde dat hij kind van een KNIL-militair is. Zijn eerste lied “Daddy”. Ook zijn vader zweeg over zijn Indië verleden. “Mijn daddy was stil, maar ’s nachts in het donker kwamen keer op keer je herinneringen weer. Dan hoorde ik je gegil.” Dit zwijgen heeft grote gevolgen gehad voor henzelf, maar ook voor de generaties daarna. Vervolgens het lied “Wie ben ik?” met de zin “het land waar ik ben geboren heb ik nooit goed gekend.”
Op verzoek van enkele aanwezigen zong Wouter Muller zijn lied over het Indië- en Nieuw Guineamonument in Park Eekhout. Naast dit monument het lied “Dit moment. Dit monument.” Enkele fragmenten uit dit lied: “Ik kom hier wel eens vaker, meestal als de mensen zijn vertrokken. Dan leg ik bloemen voor mijn vader neer. Midden in de stad staat een sculptuur van drie zuilen in een park. Dit monument als een teken uit het verre Oosten. Vaak spelen hier kinderen onwetend van al die donkere dagen.”
Na de muziek van Wouter Muller werden kransen bij het monument gelegd. Eerst door de loco-Commissaris van de Koning Bert Boerman en burgemeester Henk Jan Meijer namens het openbaar bestuur. Vervolgens door (klein)kinderen van Indische en Molukse Nederlanders ter nagedachtenis aan alle omgekomen burgers en de derde krans ter nagedachtenis aan alle omgekomen militairen en koopvaardijpersoneel door vertegenwoordigers van de Stichting Oud Militairen en veteranen, Algemene vereniging van oud personeel van de Koninklijke Marine. De kranslegging werd afgesloten met het leggen van bloemstukken door de Centrale Commissie Oranje en de Parkschool. Hierna vond het defilé plaats, dat werd geopend door de burgemeester en loco-Commissaris van de Koning in Overijssel. De andere aanwezigen sloten zich hierbij aan en hielden met hun eigen herinneringen even stil bij het monument en de kransen. Sommigen legden zelf nog een bosje bloemen aan de voet van het monument. De zon was inmiddels achter de bomen verdwenen; het begon al te schemeren en na vertrek van de mensen bleven de bloemen bij het monument in vredige stilte achter.
Hennie Vrielink
Verslaggever Weblog Zwolle