Zwolle – Om te controleren hoe de dijken de zomer zijn doorgekomen en waar herstelwerkzaamheden nodig zijn, start Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) maandag 24 september met de zogeheten dijkschouw. Dit is historisch vakjargon voor het inspecteren van dijken. Ook wordt bij deze jaarlijkse inspectie bekeken of (delen van) dijken goed zijn onderhouden door eigenaren en andere onderhoudsplichtigen. Door de droge zomer verwacht het waterschap dat op enkele plaatsen de grasmat nog niet voldoende is hersteld. In het werkgebied van WDODelta ligt in totaal 1000 kilometer dijken en kades.
Dijken krijgen alle weersomstandigheden ‘over zich heen’. Van veel regen en hoogwater zoals begin dit jaar tot lange periodes van droogte, zoals afgelopen zomer. Om de dijken in goede conditie te houden, controleert het waterschap ieder jaar zowel in het voor- als najaar de dijken op beschadigingen. In het voorjaar wordt bekeken hoe de dijken de winterperiode hebben doorstaan, in het najaar hoe ze de winterperiode ingaan. Op die manier is het waterschap er op tijd bij om eventuele schades te herstellen.
Alle onderhoudsplichtigen en eigenaren van dijken, moeten aan een aantal eisen voldoen. Zijn de aanwezige begroeiingen, de grasmat en de oeverbegroeiingen bijvoorbeeld goed onderhouden? Daarnaast mogen op de dijken geen distels, ridderzuring en andere ongewenste kruiden groeien en wordt gecontroleerd of zand, hout, afval en overige voorwerpen zijn verwijderd. Ook het egaliseren van molshopen en het verwijderen van wortels van opkomende begroeiing van bomen en struiken horen hierbij. Daarnaast is het voor de sterkte van de dijken belangrijk dat wild, mollen en ander gedierte dat schade kan veroorzaken, wordt bestreden. Voor het overgrote deel voert het waterschap deze werkzaamheden zelf uit, omdat het eigenaar is van de meeste dijken in het werkgebied.
Naast de halfjaarlijkse dijkencontrole toetst het waterschap elke 12 jaar de kwaliteit van de dijken grondig volgens de regels van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Steeds worden nieuwe methoden in de toetsing verwerkt, waardoor het waterschap de dijken volgens de nieuwste inzichten beoordeelt. Zo weten de dijkinspecteurs waar verbeteringen nodig zijn en welke prioriteit ze moeten krijgen. Door de voortdurende wisselwerking tussen toetsen en verbeteren blijven de dijken op orde.