Zwolle – Sinds 1 november 2017 geldt er een verbod op het professioneel gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen buiten de landbouw. Sportveldbeheerders hebben, dankzij de Green Deal Sportvelden, nog tot 2020 om chemievrij te gaan werken. In aanloop naar deze datum voeren vijf gemeentes (Deventer, Zwolle, Ommen-Hardenberg, Wierden en Meppel) binnen het driejarig project ‘Implementatie chemievrij sportveldenbeheer in Drenthe en Overijssel’ pilots uit met chemievrij beheer. Op 25 oktober kwamen de verschillende groenbeheerders bijeen in Deventer om ervaringen uit te wisselen. En wat bleek: chemievrij beheer van sportvelden kan!
2020 nadert
In augustus jl. luidden de Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek (BSNC), Branchevereniging VHG en CUMELA Nederland de noodklok. Zij gaven aan zich ernstig zorgen te maken of sportveldbeheerders op 2020 wel klaar zijn voor chemievrij beheer. De drie verenigingen zien dat beheerders van sportvelden maar moeilijk in beweging komen, terwijl 2020 snel nadert.
Omschakeling naar chemievrij beheer kost tijd
Gelukkig laten de vijf gemeentes uit Drenthe en Overijssel het goede voorbeeld zien. De sportveldbeheerders van Deventer, Zwolle, Ommen-Hardenberg, Wierden en Meppel zijn tevreden met hun vorderingen. Wel sluiten ze zich aan bij het credo dat verandering tijd kost. De beheerders zijn blij dat ze nu nog ruimte hebben om te experimenteren met maatregelen. Daarin worden ze begeleid door verschillende partijen. Hans Prinsen, de sportveldbeheerder in Deventer, benadrukt het belang van deze adviezen: “Deze omschakeling is buiten onze comfortzone. Het is fijn dat er iemand met ons meekijkt.”
Bodem is belangrijkste
De gemeente Deventer wordt in de omschakeling begeleid door Gerwin te Velde van Ecostyle. Chemievrij beheer van sportvelden begint bij de bodem. De adviseur laat op het veld van voetbalvereniging IJsselstreek zien hoe een bodemmonster wordt genomen, en hoe je met een zogenaamde penetrologger storende lagen in het veld ontdekt. Aan de hand van grondmonsters wordt bepaald of de structuur, het organische stofgehalte, bodemleven, de zuurgraad en mineralensamenstelling van het veld op orde zijn. “Voeding komt dus pas op de laatste plaats in deze rij; zonder adem (bodemstructuur) kan je niet eten”.
Uitdagingen
Er is nog een aantal hordes te nemen. Afgelopen jaar hadden ze in Deventer veel last van engerlingen (keverlarven) en de droge zomer. Op droogteplekken komt sneller onkruid op. In Wierden heeft de beheerder een groot aantal paardenbloemen weg moeten steken. De grootste uitdaging is echter de mentale omschakeling; uitvoerders, bestuurders en sporters zullen met een andere blik naar hun speelveld moeten kijken. Spelers letten op het plaatje bovengronds, terwijl de verandering onder de grond optreedt. Ook sportbonden, zoals de KNVB, moeten zich inzetten voor de omschakeling naar chemievrij beheer van sportvelden. Zo vraagt chemievrij beheer tijd voor onderhoud. Hiermee wordt nu nog geen rekening gehouden bij het maken van de speeldagenkalender voor het amateurvoetbal.
Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen brengt risico’s met zich mee voor mens, dier en milieu. Chemievrij beheer van sportvelden is dus in ieders belang. Genoeg reden dus voor andere gemeentes en sportverenigingen om het goede voorbeeld van de vijf gemeentes volgen.
Het project ‘Implementatie chemievrij sportveldenbeheer in Drenthe en Overijssel’ is een samenwerkingsproject van de adviesbureaus CLM en Eco Consult, Natuur en Milieufederatie Drenthe en Natuur en Milieu Overijssel. Het project wordt medegefinancierd door de provincies Drenthe en Overijssel en de waterschappen Drents Overijsselse Delta en Vechtstromen.