Zwolle – Artsen kunnen het slagen van een dotterbehandeling voorspellen aan de hand van verhoogde niveaus van bepaalde eiwitten. Dat ontdekte promovendus Mark Nienhuis van de Isala Klinieken in Zwolle.
Dotterbehandelingen zijn niet zonder risico, omdat het hart beschadigd kan raken. Het eiwit troponine is een goede graadmeter voor de mate van beschadiging. Een hoog gehalte troponine na de dotterbehandeling betekent een slechtere prognose voor de patiënt. Daarnaast komt Nienhuis tot de conclusie dat het meten van het eiwitniveau een geschikte evaluatiemethode is om te bepalen of de wijze van behandeling wel of niet goed is. Deze informatie kan vervolgens gebruikt worden om dotterbehandelingen verder te ontwikkelen en te verbeteren.
Met de troponinemeting kon Nienhuis bijvoorbeeld aantonen dat sommige behandelingen goed werken. Bij voorbehandeling van een dotterbehandeling met clopidogrel (een bloedverdunner) is het troponineniveau na de dotterprocedure lager dan zonder voorbehandeling. Dat betekent dat deze voorbehandeling ertoe leidt dat de dotterbehandeling uiteindelijk minder schade oplevert aan het hart, en dus een betere prognose voor de patiënt. Ook zou de troponinemeting ingezet kunnen worden voor kwaliteitscontrole na gangbare behandelingen.
Nienhuis evalueerde twintig eerdere studies naar troponine en voerde een eigen promotieonderzoek uit bij de afdeling Cardiologie van de Isala klinieken in Zwolle. De titel van zijn proefschrift is Prognostic implications of myocardial injury around percutaneous coronary interventions. Nienhuis werkt nu als cardioloog in opleiding in de Isala klinieken. Zijn co-promotor is cardioloog Jan Paul Ottervanger, eveneens werkzaam in de Isala klinieken.