Zwolle – Treinreizigers moeten er vrijdag rekening mee houden dat er fors minder treinen dan gebruikelijk rijden. De NS raadt reizigers aan om een reisplanner te raadplegen voor actuele reisinformatie.
De spoorsector zet er de schouders onder om tijdens de coronacrisis treinen te kunnen laten rijden. Zo zorgen ze er mede voor dat dokters, verpleegkundigen en alle andere Nederlanders met cruciale beroepen naar hun werk kunnen blijven gaan.
Vanaf zaterdag wordt de dienstregeling van de Nederlandse Spoorwegen omgezet naar een ‘basisdienstregeling’. Met deze speciale basisdienstregeling wordt er rekening gehouden met een stijgend aantal ziekmeldingen in vitale functies bij NS en ProRail. Ook willen beide bedrijven zuinig op hun personeel zijn door ze alleen in te zetten waar het nu nodig is.
De NS adviseert vanwege ziekmeldingen onder het rijdend personeel om vrijdag rekening te houden met uitval van treinen. Ook donderdag reden er al veel treinen niet meer. Zo verviel er één intercity per uur van Zwolle naar Groningen. Ook vielen er treinen uit naar onder meer Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. “Gisteren hadden we nog maar dertien procent van het normale aantal reizigers op een woensdag,” zegt NS-woordvoerder Leonie Bosselaar. Het besluit om treinen te laten uitvallen is volgens Bosselaar de beste optie. De NS wil graag voorkomen dat er te veel medewerkers ziek worden. Hierdoor kunnen de treinen blijven rijden in de komende periode.
Op het vrijwel lege station in Zwolle is de coronacrisis merkbaar. Behalve de diverse adviezen om de verspreiding van het virus te beteugelen is de stationspiano ook buiten dienst gesteld. De treinen van Arriva reden donderdag nog volgens de normale dienstregeling. Vanaf vrijdag gaan deze rijden volgens een vakantiedienstregeling. Arriva zet dan kortere en minder treinen in. “Ik zie onze medewerkers keihard werken om onder deze moeilijke omstandigheden reizigers een betrouwbare dienstregeling te bieden,” zegt CEO Anne Hettinga van Arriva Nederland. “Geweldig wat zij elke dag weer presteren voor mensen die werkzaam zijn in de vitale sectoren én die het openbaar vervoer gebruiken om naar hun werk te gaan. Juist voor hen is dat belangrijk.”