Zwolle – Reinier Ganzevoort maakt in tijden van corona pop-upkunst voor senioren. Op allerlei plekken in de stad maakt de kunstenaar in een paar uur tijd live een kunstwerk met graffiti.
Reinier vertelt over zijn project: “Oudere mensen zitten nu al maanden niks te doen. Ze kunnen de deur niet uit. En een deel van hen begrijpt door bijvoorbeeld dementie niet eens waarom ze binnen moeten blijven. Zij vragen de mensen om hen heen misschien wel twintig keer op een dag waarom hun familie niet op bezoek komt. Kortom, voor de ouderen hebben de coronamaatregelen een enorme impact.
Daarom doe ik graag iets voor deze groep mensen. Als kunstenaar hou ik me normaal gesproken bezig met projecten op scholen en in wijken. Het gaat er mij om mensen middels kunst met elkaar te verbinden. Al die klussen zijn nu afgeblazen, omdat scholen dicht waren en grotere groepen niet bij elkaar mogen komen.Maar kunst blijft. Daarom ben ik nu op verschillende plekken in Zwolle bezig met kunstwerken. Dat doe ik voor de deur bij verpleeghuizen en andere woonvormen voor senioren, zodat bewoners door het raam kunnen zien hoe het kunstwerk vordert. Bijvoorbeeld aan de Assendorperdijk, bij Huis Assendorp.
Mensen kijken constant naar buiten, naar wat ik maak. En bij Huis Assendorp kwam een man in een scootmobiel eventjes naar me toe rijden. ‘Ik kan het nét niet zien vanuit huis, maar ik wilde het wel graag zien’, zei hij. Hij vond de kleuren ‘mooi en vrolijk, weer eens wat anders’, zei hij.
De kunstvorm die ik inzet is graffiti, met spuitbussen dus. Kunst in de openbare ruimte. Met deze pop-upkunst voor senioren zorg ik dat de kunst ook weer weg kan worden gehaald. Ik span bijvoorbeeld krimpfolie tussen bomen of palen, zodat het kunstwerk kan worden weggesneden. En ik zet mijn naam erbij, voor het geval iemand een vraag heeft of zich eraan zou storen. Overigens gebeurt dat niet snel hoor. Ik haal het kunstwerk uiteindelijk meestal zelf weg wanneer het door het weer en de wind lelijk is geworden.De materialen kosten geld en daarom ben ik blij met de bijdrage van het Zwolse fonds De Gasthuizen.”