Zwollenaar moet week achter tralies dankzij gebiedsverbod binnenstad

|   Laatste wijziging

Ter illustratie
Foto: Peter Denekamp

Zwolle – Jozua van L. (29) uit Zwolle is maandag tot twee weken gevangenisstraf veroordeeld door de politierechter. De helft van de celstraf is voorwaardelijk. De man is een notoire overlastgever in de Zwolse binnenstad. Burgemeester Snijders legde hem daarom een gebiedsverbod op van drie maanden voor de binnenstad. Omdat het negeren van het verbod een misdrijf oplevert kunnen mensen die regelmatig voor overlast zorgen effectiever worden gestraft.

Van L. heeft door de jaren heen een flink strafblad opgebouwd, maar liefst dertien pagina’s. “Dat is behoorlijk,” concludeert de politierechter. Veel van de delicten zijn alcoholgerelateerd en vaak afgedaan met een geldboete. Ook schroomt de Zwollenaar er niet voor om mensen te beledigen en te bedreigen. Ambtenaren in functie, zoals politiemensen, waren bij herhaling doelwit van zijn scheldkanonnades. De laatste keer werd Van L. veroordeeld tot een taakstraf van tachtig uur.

Op grond van de Gemeentewet besloot de burgemeester van Zwolle, in samenspraak met politie en justitie, om Van L. te weren uit het centrum. Hij kreeg een gebiedsverbod opgelegd voor drie maanden.

Op 19 september vorig jaar liep Van L. ’s morgens vroeg rond elf uur met een blikje bier in de hand over het Maagjesbolwerk. Zijn gebiedsverbod was op dat moment al twee weken van kracht. Twee agenten zagen hem lopen en besloten hem aan te houden. “Jij bent die klootzak,” roept Van L. tegen een agent. Als de agenten Van L. in de boeien slaan is het beledigen nog niet voorbij. De agent die hem aanspreekt, krijgt te horen dat hij zijn bek moet dichthouden. “Ik ga de volgende keer je kankerbek naar binnen schoppen,” voegt de Zwollenaar er nog aan toe.

Als de politierechter aan Van L. vraagt wat hij ervan vindt, verklaart hij dat hij zich er niet veel meer van kan herinneren. Wel heeft hij een mening over het gebiedsverbod. “Ik vind dat een beetje raar. Ik wilde kleren kopen bij de Primark. Als de winter komt moet je toch goede kleren hebben.” De Zwollenaar vindt daarom een gebiedsverbod voor de binnenstad onrechtvaardig. “Je moet soms gewoon even in de binnenstad zijn.” Hij stelt verder dat hij niet tegen de agent heeft gezegd dat hij een klootzak is. “Ik heb gezegd: ik vind je een klootzak.” De andere woorden heeft hij wel gebruikt tegen de agent. “Het was uit woede en dat kan verkeerd overkomen. Het was niet zo bedoeld,” aldus Van L.

Zijn boosheid kan hij verklaren: “Ze moeten me niet behandelen alsof ik een overval of een moord heb gepleegd, met handboeien en zo.” De officier van justitie denkt er anders over. Zij is van mening dat de politie terecht is overgegaan tot de aanhouding op het moment dat ze Van L. in het vizier kregen. Over het schelden is ze duidelijk. “Dat is een nare ervaring voor politiemensen als ze hun werk doen.” Het ellenlange strafblad van de overlastgever spreekt niet in het voordeel van Van L. “Er zijn veel soortgelijke feiten, geldboetes en taakstraffen lijken niet te helpen,” aldus de officier. “Gelet op het taakstrafverbod, vind ik dat er een gevangenisstraf van twee weken moet volgen.”

De advocaat van Van L. stelt dat ze een gebiedsverbod lastig vindt. Ze onderstreept dat kleine overtredingen die normaal met een bekeuring worden afgedaan opeens een misdrijf worden. Het negeren van een gebiedsverbod is een misdrijf tegen het openbaar gezag. “Zeker in het geval van mijn cliënt, hij is iemand die best wel moeite heeft zich staande te houden in het leven.” Ze vraagt de politierechter om hier rekening mee te houden en een geldboete met een eventuele voorwaardelijk celstraf op te leggen.

“Een geldboete is een gepasseerd station,” zegt de rechter als ze vonnis wijst. Ze gaat niet mee met de eis van het OM. Ze veroordeelt Van L. tot een gevangenisstraf van twee weken, waarvan een week voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Gerelateerde Berichten

(Automatisch gegenereerd)