Dick zien veraaltien: Sportpark

Door Dick Algra

Huidige grasmatverzorgers zouden er wakker van liggen, dan wel briesend bezwaar maken.
Foto: Hans Smit

Ergens in de jaren vijftig van de vorige eeuw was ik toeschouwertje bij een heuse interland voetbalwedstrijd op het Gemeentelijk Sportpark, al sinds 1934 gevestigd aan de Ceintuurbaan. ’t Zou maar zo een wedstrijd geweest kunnen zijn tegen Oostenrijk. Dat laatste kan ik me trouwens niet meer herinneren, net zomin als de uitslag,

Wel dat de keeper Frans de Munck, een legendarische sportman, die de bijnaam ‘De Zwarte Panter’ had toebedeeld gekregen om z’n katachtige bewegingen richting de bal en het feit dat hij altijd zwarte kleding droeg.

Dat geeft alleen al aan hoe belangrijk nu de regels in en rond de voetbalsport zijn geworden, zoals kledingvoorschriften en de daarbij behorende sponsoring.

’t Was trouwens nog voor de start van het betaalde voetbal (1954). Er is zelfs nog een tijd geweest dat Frans de Munck als voetballer betaald werd en daarom niet in het Nederlands elftal mocht meespelen.

De regels rond veiligheid bestonden ook niet. Als jongetje zat ik, met heel veel anderen, aan de rand van het speelveld op het gras, net een metertje vrijlatend voor de spelers die moesten ingooien.

Als de keeper een doeltrap moest nemen, brulden al die jongetjes aan de rand van het veld – met een steeds sterker wordend volume – zoiets als: “oe-oe-oe-hoe-hoe-ha!” Het maximum aan geluid op het moment van het schot. We dachten daarmee natuurlijk het wedstrijdverloop in positieve zin behoorlijk te beïnvloeden.

Er was destijds maar één tribune en om het veld heen waren enkel, wat genoemd werden, statribunes. Je auto kwijtraken was geen probleem, die waren er maar weinig, en de gecombineerde fietsenstalling van het Openluchtbad en het Gemeentelijk Sportpark bracht genoeg parkeersoelaas.

Op het sportpark werd meer gedaan dan gevoetbald. De grasmat was niet zo heilig als die tegenwoordig is. Gelukkig is men nu van kunst- weer terug bij ‘gewoon’ gras. Maar wat daarop vroeger kon, zal nu nooit meer gebeuren.

Als de voetbalcompetitie was afgelopen – van een nacompetitie hadden we nog nooit gehoord – was er op een zaterdag een heus concours hippique. Met springpaarden, koetsen en dressuur. Huidige grasmatverzorgers zouden er wakker van liggen, dan wel briesend bezwaar maken.

‘k Vermoed dat de uitdrukking voor een slecht veld ervandaan komt: Knollenveld.

Foto 1
Huidige grasmatverzorgers zouden er wakker van liggen, dan wel briesend bezwaar maken. - Foto: Hans Smit
Huidige grasmatverzorgers zouden er wakker van liggen, dan wel briesend bezwaar maken.
Foto: Hans Smit

Gerelateerde Berichten

(Automatisch gegenereerd)