De emoties liepen vrijdag af en toe hoog op in de rechtbank in Zwolle. In het verdachtenbankje zat M.A. (39) uit Oldebroek. Hij werd vorige maand opgepakt door de politie omdat hij in een woning in Zwolle zijn ex-vrouw, zoon en dochter mishandelde. De in Syrië geboren en getogen Oldebroeker en de politierechter verschilden nogal van mening over de omgang met vrouwen en kinderen.
Op vrijdag 7 maart probeert A. zijn zoon te bellen die op dat moment al twee dagen rondrijdt in de auto van zijn vader. Zoonlief negeerde de telefoontjes waarop A. besloot om naar de woning te gaan van zijn van ex-vrouw in Zwolle. Na het aanbellen opende zijn dochter de voordeur en probeerde tevergeefs haar vader tegen te houden.
A. liep de woonkamer binnen en de vlam sloeg in de pan toen hij zag dat zijn ex-vrouw geen hoofddoek droeg. Hij trok de vrouw aan haar haren, sloeg en schopte haar en rondde het geweld af met een kopstoot in haar gezicht. De zoon kwam de trap afgerend om zijn moeder te helpen. Het kwam hem ook op een portie klappen van papa te staan. A. greep vervolgens een gordijnrails om zijn dochter ermee op haar heup en in de nek te slaan.
‘Geen kinderen, maar vijanden’
De politierechter wilde van A. weten waarom hij zijn ex en kinderen sloeg. “Het zijn vijanden, geen kinderen!” foeterde A. “Kinderen horen geen aangifte te doen tegen hun vader!” In de rechtszaal deed hij uit de doeken dat zijn ex zonder hoofddoek in haar woonkamer zat en begon te schelden. “Een vrouw hoort dat niet te doen. Ze beledigde mijn familie en mijn moeder. Wat moet ik dan?” zei de Oldebroeker. “Wij kennen dat niet dat een vrouw zich zo tegen een man gedraagt.”
“Los van man of vrouw, ze horen sowieso niet tegen elkaar te schelden,” reageerde de politierechter droog. “Ik ben verbaasd over wat er gebeurd is,” vervolgde A. gepikeerd. “Nou, ik ook!” deelde de rechter hem mee. Ook de reclassering sprak met A. en bracht advies uit om herhaling van het geweld te voorkomen.
“Bent u bereid om mee te werken aan die voorwaarden?” vroeg de rechter. “Waarom moet ik meewerken, dan ga ik liever terug naar mijn eigen land?” reageerde A. De simpele vraag maakte hem opnieuw kwaad. “Jullie willen me voor gek verklaren!” beet hij de rechter toe. Die onderbrak hem met de woorden: “Luister, geen onzin verkopen.”
Voor het Openbaar Ministerie is het een heldere zaak. De politie maakte foto’s van de ex en kinderen, die aangifte deden. Daarop is letsel zichtbaar. “Ook de aangiftes komen betrouwbaar over,” aldus de officier van justitie. Hij eiste een taakstraf van 120 uur met een contactverbod voor de vrouw en beide kinderen, gecombineerd met een gebiedsverbod voor de woning van zijn ex-vrouw in Zwolle.
“Ik vind dat u de feiten heeft gepleegd,” concludeerde de rechter, die de uitspraak moest onderbreken. “U moet nu stoppen met lachen,” waarschuwde de magistraat. “Uitgangspunt is dat kinderen en vrouwen soms iets tegen je zeggen dat je niet bevalt. Je mag ze echter nooit slaan,” vervolgde de politierechter. “Hier in Nederland ligt dat zo! Als je dat blijft doen heb je een groot probleem met de wet, je krijgt er gedonder mee.”
Contact- en gebiedsverbod
Omdat de man de voorwaarden en toezicht van de reclassering weigerde besloot de rechter om de taakstraf te matigen, maar daarbij wel een forse waarschuwing op te leggen door een voorwaardelijke gevangenisstraf. Hij veroordeelde A. tot een taakstraf van 40 uur en een voorwaardelijke celstraf van 2 maanden. Daarnaast kreeg de Oldebroeker een contactverbod en een gebiedsverbod aan zijn broek. Dit alles met een proeftijd van 3 jaar.
“Je blijft met je handen van die mensen af, wat ze ook zeggen of doen,” waarschuwde de rechter. “In Nederland loopt dat heel fout af. Als u het toch weer doet, dan is het twee maanden de gevangenis in plus de nieuwe straf.” De Oldebroeker hoorde het aan, maar bleek nog niet van de rechter af te zijn.
“U blijft even zitten, dan krijgt u het contact- en gebiedsverbod direct mee.” Door de verboden per direct in te laten gaan, voorkwam de rechter dat deze worden opgeschort als A. binnen veertien dagen in hoger beroep gaat. Voor A. de rechtszaal mocht verlaten, wees de rechter hem er nogmaals op dat hij voor iedere overtreding van het contact- of gebiedsverbod een week de cel ingaat.
