Na de ganzen is het nu de eikenprocessierups die de aandacht van wethouder Arjan Spaans trekt. Aan de Wethouder Alferinkweg in Zwolle was hij aanwezig bij het weghalen van de eerste nesten van het seizoen. Spaans hielp mee bij de voorbereidingen en sprak met de medewerkers van Rova over de aanpak en het verloop van de plaag.

Spaans, voormalig landmachtofficier, deinst er nog steeds niet voor terug om zelf in de frontlijn te staan, afgelopen maand bestreed hij nog de ganzenoverlast in de stad, nu is de volgende plaag aan de beurt. Zwolle kiest ervoor om de rups op een natuurlijke wijze te bestrijden.

Nestkastjes, bloemenstroken, insectenhotels en minder maaien moeten ervoor zorgen dat vogels en insecten het werk doen. Dat lukt aardig. Het aantal rupsen blijft beheersbaar en spuiten is voorlopig niet nodig.

De aanpak richt zich vooral op plekken waar veel mensen komen, zoals speeltuinen, fietspaden en scholen. Als daar nesten worden gevonden, komen de stofzuigers in actie. Op andere plekken gebeurt dat pas als bewoners aan de bel trekken.

Ook wordt bijgehouden waar in de stad de rups zich nog veel laat zien en waar minder. Op die manier kunnen gemeente en Rova de aanpak bijsturen. “Het lijkt misschien een kleine ingreep, maar het maakt echt verschil,” zegt Spaans. “We bestrijden overlast en geven tegelijk de natuur wat terug. Dat past bij Zwolle.”

De actie om de ganzenpopulatie binnen de perken te houden is inmiddels afgerond. Ook toen was Spaans van de partij. Hij stapte in een bootje om met Rova-medewerkers ganzeneieren te behandelen op een eiland in vijver De Dobbe. Nu het broedseizoen voorbij is, verschuift de aandacht naar de eikenprocessierups. Die zorgt vooral in de zomermaanden voor overlast, wanneer de rupsen hun brandharen verspreiden.