Zwolle – In totaal 450.000 kuub grond met daaroverheen 180.000 kuub klei, neergelegd in zes ‘ophooglagen’. Dat zijn de cijfers van de nieuwe dijk bij Westenholte die onderdeel is van Ruimte voor de Rivier Zwolle. De nieuwe dijk is ‘op gewicht’ en moet nu ongeveer een jaar ‘zetten’ (inklinken), zodat de dijk voldoet aan de normen voor waterveiligheid.
Dat de nieuwe dijk er nu ligt, is een mooie mijlpaal in het project. Lange tijd waren de graafwerkzaamheden goed zichtbaar in het veld en werd het tracé steeds meer zichtbaar. Laag voor laag werd de dijk over een lengte van ruim twee kilometer op hoogte gebracht, steeds met tussenpozen, zodat iedere ‘ophooglaag’ kon ‘zetten’. Uiteindelijk waren er zes ophooglagen nodig. De dijk is nu 6 meter hoog. Gedurende volgend jaar zal hij zich nog verder ‘zetten’. Bij zetting van een dijk worden de grondlagen door de belasting samengedrukt. Hierbij wordt water en lucht uit de poriën geperst. De verwachte eindhoogte van de nieuwe dijk bedraagt 5,5 meter boven NAP.
Nadat de nieuwe dijk voldoet aan de waterveiligheidseisen, wordt de huidige IJsseldijk afgegraven en vindt er archeologisch onderzoek plaats. De nieuwe dijk zal, net zoals de huidige dijk, opgenomen worden in de populaire fietsroute Rondje Zwolle. Het fietspad op de dijk gaat ter hoogte van de dijkwoningen onderlangs om zo de privacy van de bewoners te waarborgen.
Spitsstroken langs IJssel
De ligging aan de IJssel is voor Zwolle niet geheel zonder gevaar. De rivier heeft extra ruimte nodig. Binnen het project Ruimte voor de Rivier wordt de komende jaren hard gewerkt aan de veiligheid van de stad. Naast het bouwen van de nieuwe dijk bij Westenholte (in de buurtschap Spoolde) worden ten zuidwesten van de stad twee zogenoemde ‘nevengeulen’ aangelegd. Deze geulen kunnen extra hoeveelheden water op een veilige manier afvoeren. De werking hiervan is vergelijkbaar met die van spitsstroken langs snelwegen. De werkzaamheden in Zwolle worden uitgevoerd door aannemerscombinatie Ploegam Biggelaar.
Ruimte voor de Rivier
Niet alleen de IJssel, ook de anderen Nederlandse rivieren hebben steeds vaker te maken met hoge waterstanden. Ze krijgen meer regen- en smeltwater te verwerken, terwijl ze tussen de dijken maar weinig ruimte hebben. Hierdoor neemt de kans op overstromingen toe. Alleen dijkverhoging is onvoldoende om het toenemende overstromingsgevaar te keren. De waterstand in de rivieren moet omlaag. Daarom geeft Rijkswaterstaat samen met waterschappen, gemeentes en provincies onze rivieren op ruim dertig plaatsen meer ruimte. Bijvoorbeeld door het verleggen van dijken, graven van nevengeulen en verdiepen van uiterwaarden. Tegelijkertijd wordt er gewerkt aan het verbeteren van het landschap en de natuur in het rivierengebied én het creëren van extra recreatiemogelijkheden.