De kwaliteit van het oppervlaktewater in het beheersgebied van het Waterschap Groot Salland (West-Overijssel) toont een positieve trend. Dat staat in het onlangs verschenen jaarverslag ‘Oppervlaktewaterkwaliteit 2006’ van het waterschap. Desalniettemin vraagt het in het algemeen ook nog om verbetering.
Het Waterschap Groot Salland meet op diverse locaties in West-Overijssel een breed scala aan stoffen in het oppervlaktewater. Ook is in een beeld gebracht hoe het staat met de flora en fauna in het water.De kwaliteit van het oppervlaktewater in het beheersgebied is over het algemeen goed. De probleemstoffen zijn stikstof, zuurstof en koper. Fosfaat en zink zijn dit jaar in het beheersgebied van Groot Salland geen groot probleem, terwijl ze dat landelijk wel zijn. In de laatste zes jaar is een dalende trend te zien in de zogeheten probleemstofoverschrijdingen.
De ecologische potenties zijn redelijk goed, maar worden geremd door de sterk veranderde hydrologische situatie en inrichting. Zo zijn in het verleden veel watergangen diep en met steile oevers aangelegd, waardoor er weinig ruimte is voor dieren en planten in de watergang. Door de aanleg van bredere, ondiepere watergangen met natuurvriendelijke oevers is dit op verschillende plekken in het gebied van Groot Salland al verbeterd.
In 2006 is door het Waterschap Groot Salland routinematig onderzoek uitgevoerd in de belangrijkste oppervlaktewateren van het beheersgebied. Hoofddoel van dit onderzoek is het in beeld krijgen van de oppervlaktewaterkwaliteit in het beheersgebied. Daarnaast worden de gegevens gebruikt voor landelijke en internationale waterkwaliteitsrapportages.
Overschrijdingen normen
Uit de metingen blijkt dat de landelijke normen die gelden voor stikstof, koper en voor choline-esteraseremmers (geeft indicatie dat hoeveelheid bestrijdingsmiddelen te hoog is), licht worden overschreden. Voor stikstof is onder meer de afspoeling van meststoffen van landbouwgronden een belangrijke bron. Deze bron is vele malen groter dan overige bronnen, zoals lozing van het gezuiverde water van rioolwaterzuiveringen en vervuiling uit verkeer en vervoer. Ook de inlaat van ‘gebiedsvreemd’ water in droge perioden draagt hier aan bij.
Overschrijding van de kopernorm komt voor in water in stedelijk gebied, na de lozingspunt van de rioolwaterzuivering Raalte in de Hondemotswetering, maar ook in sloten in het veenweide gebied van Staphorst. De oorzaak van deze overschrijding is niet duidelijk en wordt nader onderzocht.
Zuurstofgehalte
Het zuurstofgehalte voldoet in veel gevallen niet aan de norm in het water in en rondom het stedelijk gebied en in de kleine wateren in het laagveengebied. Incidenteel leidt dit tot vissterfte. De oorzaken in het stedelijk gebied voor een te laag zuurstofgehalte zijn riooloverstorten en achterstallig baggerwerk.
Het probleem van de riooloverstorten wordt langzaam maar zeker in nauwe samenwerking met de gemeenten aangepakt. Het uitvoeren van baggerprojecten leidt onder meer ook tot een verbetering van het zuurstofgehalte. Verricht baggerwerk – en op dit moment het baggeren van het Overijssels kanaal – zijn hier goede voorbeelden van.
Zwemwaterkwaliteit
Ook in 2006 nam het waterschap de waterkwaliteit van 6 officiële zwemwateren in West-Overijssel onder de loep. De bacteriologische kwaliteit van deze wateren voldeed op alle locaties aan de normen en problemen met blauwalgen deden zich niet voor.
Ecologische kwaliteit
In 2006 zijn in West-Overijssel diverse wateren zoals sloten, kolken, plassen en weteringen onderzocht op de aanwezigheid van kleine waterdiertjes (macrofauna). De plassen en kolken kenmerken zich door veel soorten diertjes, mate name soorten die in laagveengebieden voorkomen. In de sloten vindt vaak een uitbundige groei van waterplanten plaats. Zowel soorten kenmerkend voor kwel, zoals de Waterviolier, als planten die veel voorkomen in voedselrijk water, zoals Waterpest en Gedoornd hoornblad zijn aangetroffen.
In de weteringen komt de Gele plomp en Waterpest veel voor. Deze planten zijn kenmerkend voor voedselrijke omstandigheden.
Steile oevers langs de grote watergangen vormen een belemmering voor een betere natuurontwikkeling. Daar waar projectmatig ruimte gecreëerd is voor flauwe, natuurvriendelijke oevers ontstaan verbeteringen. Zowel flora en fauna onder als boven water profiteert hiervan.
Lange adem
Sinds 1970 is de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren (WVO) van kracht en is de kwaliteit van het oppervlaktewater door nieuwbouw van rioolwaterzuiveringen en aandacht voor vergunningverlening enorm verbeterd. Op dit moment zijn grote stappen in het verbeteren van de waterkwaliteit niet meer te maken maar gaat het om relatief kleine resultaten. Deze worden onder meer bereikt door:
· het optimaliseren van de werking van rioolwaterzuiveringen;
· het opheffen of verbeteren van riooloverstorten;
· het opheffing van lozingen in het buitengebied door aansluiting op de riolering of individuele
zuivering (IBA);
· het uitvoeren van baggerwerken;
· het terugdringen van lozing van meststoffen vanuit de landbouw;
· de afname van het inlaten van water van buiten het gebied (grote rivieren) door het vasthouden van water dat in het gebied zelf valt;
· het voortzetten van onderzoek.
Landelijke en Europese regelgeving (Europese Kaderrichtlijn) verplicht en ondersteunt het waterschap om in de komende jaren stap voor stap te werken aan een verdere verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater in West-Overijssel.