Zwolle – De provincie Overijssel doet mee aan een proef naar een innovatieve, meer duurzame werkwijze voor het beheer van afvalstortplaatsen. Doel van de proef is om te kijken of de verontreiniging kan worden teruggebracht door het stimuleren van natuurlijke afbraak. Mocht de proef slagen dan kunnen de kosten voor nazorg op de stortplaatsen fors worden terug gebracht, of in het meest gunstige geval zelfs geheel vervallen. Op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is hiervoor vanmiddag de Green Deal Duurzaam Stortbeheer ondertekend door staatssecretaris Wilma Mansveld.
De komende tien jaar wordt op drie stortlocaties in Nederland gekeken of door infiltratie van water en lucht de aanwezige organische stoffen kunnen worden afgebroken, en anorganische stoffen kunnen worden vastgelegd. Deze locaties liggen allen buiten de provincie Overijssel. Mocht de proef aanslaan, dan wordt de aanpak mogelijk op meer plaatsen toegepast. Hiervoor zijn in Overijssel drie potentiële afvalstortlocaties in beeld: Boeldershoek in Hengelo, Elhorst Vloedbelt bij Zenderen (beiden eigendom van Twence) en Bovenveld bij Hardenberg (eigendom ROVA).
Minder schadelijke stoffen
Gedeputeerde Erik Lievers: “De reden voor de provincie Overijssel om mee te doen aan de green deal is de verduurzaming van het afvalproces, waarbij er minder schadelijke stoffen achterblijven of vrijkomen. Daarnaast biedt duurzaam storten waarschijnlijk meer mogelijkheden voor hoogwaardig hergebruik van de locatie. Tot slot kan het leiden tot een aanzienlijke kostenbesparing voor zowel eigenaren als provincie. De proef moet uitwijzen of dit daadwerkelijk het geval is.”
Kostenbesparing
In Nederland wordt ongeveer 2 miljoen ton afval per jaar gestort op nog in gebruik zijnde afvalstortlocaties. Het afval wordt op de stortlocaties zorgvuldig ingepakt en blijft daar in beginsel voor altijd liggen. Het ingepakte afval vraagt daarom voor eeuwigdurende nazorg om te voorkomen dat de omgeving verontreinigd raakt. Elke provincie heeft onder meer hiervoor een nazorgfonds. Als de uitkomst van de proef is dat de stortlocaties niet langer of veel minder hoeven worden afgedicht, kan fors op deze kosten worden bespaard.
De proef wordt betaald door de deelnemende afvalverwerkende bedrijven.