Zwolle – In 2015 maakte fotografe Claire Felicie een reportage van Nederlandse militairen en oorlogsveteranen tijdens hun jaarlijkse pelgrimstocht per motor naar Lourdes.
Foto: Claire Felicie
De vriendschappen die uit dit project ontstonden, leidden tot een tweede fotoreportage, waarbij Felicie vijftien veteranen in de vervallen wapenfabriek op het Hembrugterrein in Zaandam portretteerde. De plek staat symbool voor het leed van de oud-militairen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Op vrijdag 21 oktober vindt in Fundatie Zwolle om 13.30 uur de presentatie plaats van het boek Only The Sky Remains Untouched – the invisible wounds of war. De gelijknamige tentoonstelling is van 1 oktober 2016 t/m 15 januari 2017 in het museum te zien.
De tentoonstelling van Claire Felicie in Museum de Fundatie in Zwolle bestaat uit vijftien zwart-wit foto’s van evenzoveel oorlogsveteranen van wisselende leeftijden. Allemaal namen ze deel aan een VN-vredesmissie. Sommigen werden uitgezonden naar Libanon, anderen naar Bosnië of Afghanistan. Met camouflagebroek en ontbloot bovenlijf liggen ze op een houten stretcher in de onttakelde ruimte van de wapenfabriek. Hun gedeeltelijke uniformen laten de ene helft van hun identiteit zien, een gezamenlijke identiteit als trots lid van de Nederlandse krijgsmacht. Hun onbedekte lichamen tonen de andere helft, namelijk die van een menselijk individu, kwetsbaar en alleen.
Bij de oud-militairen van wie de ogen zichtbaar zijn, is meteen duidelijk dat er zich een innerlijk conflict afspeelt. Als spiegels van de ziel verraden ze verschillende emoties: woede, wanhoop, achterdocht, angst, gelatenheid, verdriet. Een van de veteranen is met de rug naar de camera gekeerd en toont de kijker een tatoeage over zijn schouderbladen met de Latijnse spreuk ‘Vulneratis Nec Victus’, wat ‘Gewond maar niet verslagen’ betekent. De tekst vat treffend samen waar de foto’s van Felicie over gaan. Ze zijn de weerslag van een traag helingsproces, dat waarschijnlijk nooit helemaal voltooid zal zijn. Een oorlogstrauma is een wond die doorbloedt.
Felicie gebruikte voor haar serie een grootformaat fotocamera. Een opname met zo’n camera vergt veel tijd en geduld. Het is precisiewerk. Zowel voor de fotograaf als voor de geportretteerden was de fotosessie daardoor een intensieve aangelegenheid, die nog verhevigd werd door de persoonlijke gesprekken. Een voorwaarde voor het project was dan ook groot wederzijds vertrouwen en respect. Felicie vergelijkt de manier waarop de serie tot stand kwam met een ritueel, waarin niets zonder betekenis is. Hoewel ze het diepe leed van de geportretteerden nooit volledig zal kunnen doorgronden, kwam ze er zodoende wel dichtbij.
Behalve portretten maakte Felicie ook foto’s van de oude wapenfabriek en de overwoekerende natuur in en om het gebouw. Alles draagt sporen van verwoesting en verval. In Museum de Fundatie dienen details van deze foto’s als achtergrond van de foto’s met de oorlogsveteranen. Geïntegreerd in de expositie is verder La Guerre Japonaise, het monumentale vijfluik van Jan Cremer uit 1960, dat de Fundatie vorig jaar met steun van de BankGiro Loterij aankocht. Het is een doek dat behalve door zijn titel ook vanwege het rauwe verfgeweld onmiskenbaar refereert aan oorlog. De overeenkomsten met de foto’s van de fabriek zijn frappant en zorgen over en weer voor een nog intensere kijkervaring, die niemand onberoerd zal laten.