Zwolle – Tijdens de eerste vergadering van de nieuwe gemeenteraad zaten er al bezoekers op de publieke tribune met spandoeken. Vrijwilligers van Inloophuis De Bres waren maandagavond naar het gemeentehuis gekomen om te pleiten voor het openhouden van dit inloophuis voor “mensen zonder een dak boven hun hoofd, eenzaam zijn, even met iemand willen praten en soms de weg een beetje kwijt zijn.” Door het wegvallen van inkomsten komt het voortbestaan van De Bres in gevaar. Het huurcontract loopt af en er moeten ook enkele arbeidscontracten worden verlengd. Daarvoor is extra geld nodig en De Bres doet een dringend beroep op de gemeente hen hierbij te helpen.
Als vertegenwoordiger van de ruim 25 vrijwilligers sprak Jan ten Hove de nieuwe gemeenteraad toe. Krachtig verwoordde hij dat ze de bezoekers van het inloophuis “een stukje vertrouwen en warmte bieden aan gasten die, de één meer dan de ander, een flinke rugzak hebben wat vaak resulteert in een sterk negatief zelfbeeld.” Hij gaf de gemeenteraad ook mee dat een groot deel van de gasten, bij sluiting van de Bres, doelloos door de stad gaat zwerven en sommigen zouden daarbij voor overlast kunnen zorgen: “dat gebeurt nu niet of in ieder geval minder”. Ten Hove voegde daar nog aan toe: “Wat denkt u van de extra kosten die de zorg op straat met zich meebrengt?” Bestuursvoorzitter Eduard Metselaar van de Bres heeft voor de tweede helft van dit jaar 8000 euro extra nodig om door te kunnen gaan, want anders wordt het inloophuis per 1 juli gesloten.
Wethouder Eefke Meierink erkende volmondig dat de functie van de Bres belangrijk is voor de stad. Het gemeentebestuur wil samen met het bestuur van de Bres en de stichting Focus, die zich ook op deze doelgroep richt, zoeken naar een oplossing. Ze wil dat de functie van de Bres blijft bestaan, maar wil niet op voorhand een extra subsidie van een half jaar toezeggen. Eerst moet de samenwerking met Focus worden onderzocht en als er geld van de gemeente nodig mocht zijn “zullen we dat doen.” De opmerking van William Dogger van Swollwacht dat hiermee onduidelijkheid wordt gecreëerd en dat er gelijk een subsidie zou moeten worden toegezegd leverde hem applaus op van de publieke tribune. Meijerink pareerde dat met de opmerking “dat er efficiënt en effectief met gemeentelijke middelen moet worden omgegaan en dat er soms keuzes moeten worden gemaakt: “Dat weet de heer Dogger ook!” Eduard Metselaar vindt de toezegging van Meijerink onvoldoende: “Dit geeft ons geen zekerheid of we 1 juli al dan niet door kunnen gaan.”
