Zwolle – De afgelopen jaren is er maatschappelijke discussie ontstaan over het wonen in de directe nabijheid van bestaande hoogspanningsverbindingen. Gezondheidsrisico’s spelen daarin een belangrijke rol. Door de elektromagnetische straling kan er een verband zijn met de ziekte van Alzheimer en kinderleukemie. Bij bepaalde windval is er ook sprake van hinderlijk geluid
Het kabinet heeft besloten een regeling te introduceren om een aantal bovengrondse hoogspanningsverbindingen van 50, 110 en 150 kV door bebouwd gebied onder de grond te verkabelen. Het zou volgens de minister gaan om ca. 135 km. Een voorwaarde voor die verkabeling is dat de betreffende gemeente (en/of provincie) een wettelijk vast te stellen deel van de kosten draagt. De looptijd van het verkabelingsprogramma is 15 jaar. TenneT, welke gaat over het distributienetwerk, moet het programma gaan uitvoeren.
Het statenlid Sybren Stelpstra vraag namens de ChristenUnie Overijssel aan Gedeputeerde Staten (GS) of zij ook vindt dat hoogspanningsverbindingen tot ongewenste situaties kunnen leiden en zo ja in welke mate en op welke plaatsen GS medewerking wil bieden aan de ondergrondse verkabeling.
Ook wil de partij van Gedeputeerde Staten weten om hoeveel kilometer het te verkabelen deel in Overijssel bedraagt. Stelpstra vraagt verder of hiervoor een programma bestaat en zo ja, hoe ziet dat er uit in termen van prioriteit, budget, tijd, voorlichting en participatie met gemeenten, overheid, TenneT en andere belanghebbenden? Zo dit er niet bestaat, is er dan zicht op of en binnen welke termijn dit er wel komt.
Wellicht zijn er gebieden waar de kabels niet binnen 15 jaar ingegraven kunnen worden. Stelpstra wil weten welke gebieden dat zijn en waarom ingraven niet mogelijk is. Tot slot pleit de ChristenUnie ervoor dat voortaan bij hernieuwde inrichting van de energie-infrastructuur verkabeling altijd ondergronds plaats vindt, uitgezonderd waar dit technisch volstrekt onmogelijk is en vraagt zich af of GS deze visie deelt.
De ChristenUnie is voor duurzame energie en beseft dat de overgang van fossiele brandstoffen zal leiden tot (extra) elektrificeren. Zij kiest echter voor opwekking daarvan zo dicht mogelijk bij het punt van afname, wat uiteindelijk zal moeten leiden tot het uitdunnen van de energie-infrastructuur. Vanwege het ontbreken van opslag en de te verachten pieken en dalen in de opwekking zal deze infrastructuur nog wel nodig blijven. Stelpstra heeft in eerdere instantie Gedeputeerde Staten gevraagd om een blauwdruk van de energie-infrastructuur in Overijssel.