Mensen met een verstandelijke beperking willen erbij horen, meepraten en niet betutteld worden. Zij willen kunnen zijn wie ze zijn en gewoon, net als iedere andere burger, meedoen in hún gemeente. Daarom hebben mensen met een verstandelijke beperking zelf, hun ouders en betrokkenen in Overijssel samen met belangenbehartigers het manifest ‘Wat is er nodig om mee te kunnen doen?’ geschreven.
Dit manifest beschrijft wat zij nodig hebben voor een goede uitvoering van het gemeentelijke gehandicaptenbeleid en de WMO. Dit manifest bieden zij op dinsdag 18 maart ’s morgens aan in Hardenberg, op het middaguur in Ommen en ’s middags in Zwolle aan de wethouders, beleidsmakers en belangenbehartigers van deze gemeenten. Het manifest ‘Wat is er nodig om mee te doen’ is een eisenpakket én checklist ineen. Op verschillende levensterreinen zoals inkomen, vervoer, wonen en vrije tijd geeft het manifest een beeld van de specifieke wensen en behoeften van mensen met een verstandelijke beperking.
Bus 1202
De manifestafette wordt ludiek ondersteund door ‘Bus 1202’ van Programma Versterking Cliëntpositie.
In de morgen start de manifestafette om 10.00 bij het gemeentehuis in Hardenberg, Stefanusplein waar om 10.30 mensen met een verstandelijke beperking het manifest aanbieden aan wethouder Liesse.
’s Middags van 12.00-13.00 uur doet de manifestafette het WMO-loket in Ommen aan (bij de Carrousel), waar het manifest wordt overhandigd aan locale belangenbehartigers van het OOG en de RvMO.
Wethouder Dannenberg neemt tussen 14.30 en 16.30 uur het manifest in ontvangst in Zwolle. De manifestafette staat in Zwolle op het Grote Marktplein tegenover het gemeentehuis.
De manifestafette gaat op 17 en 19 maart langs in Holten, Enschede, Olst/Wijhe en Deventer.
Gesprekken
Tijdens de aanbieding van het manifest gaan mensen met een verstandelijke beperking, hun ouders en belangenbehartigers met elkaar in gesprek over wat zij nodig hebben om mee te kunnen doen als volwaardig burger. Onderwerpen als informatievoorziening, keuzevrijheid, wonen, werk, dagbesteding, scholing, vervoer, geld en begeleiding komen daarbij onder andere aan de orde.
