Zwolle – De zorgen die D66 Zwolle had bij de invoering van gesloten OV-poortjes op het NS station van Zwolle zijn drie jaar later nog niet verdwenen.
Een recent artikel in een dagblad over grote drukte in de stationshal tijdens de spits laat zien dat aanvankelijke kinderziektes nog altijd niet zijn verholpen. D66-raadslid Claudia van Bruggen wil van het college onder meer weten of het mogelijk is om de poortjes tijdens de spits alsnog open te zetten, zodat de doorstroom van reizigers beter en veiliger verloopt.
De fractie van D66 is altijd kritisch geweest over de gesloten OV-poortjes op het station van Zwolle. Niet alleen zijn ze een obstructie voor mensen die soepel van de noordzijde naar de zuidzijde (en vice versa) van het station willen, ze gaan ook ten koste van de leefbaarheid van het stationsgebied. Daarnaast blijkt het argument van NS en Arriva dat de poortjes de veiligheid op het station vergroten niet steekhoudend te zijn.
Claudia: “De drukte die tijdens de spits ontstaat is onvoorspelbaar en kan tot gevaarlijke situaties leiden. NS laat in een reactie aan de Stentor weten dat daar geen sprake van is, maar wij willen dan wel weten waar zij zich op baseren. Bij ons wekt het beeld van een overvolle stationshal namelijk een andere suggestie op. Zeker gezien de verwachte groei van het aantal reizigers door de ontwikkeling van de Spoorzone.”
Dat de zorgen van D66 drie jaar nadat de fractie daar voor het eerst vragen aan het college over stelde alles behalve verdwenen zijn, zorgt er voor dat de partij nu opnieuw vragen stelt. Zo wil Claudia van het college weten of er gesprekken met NS en Arriva gevoerd worden over de drukte tijdens de spits. Ook wil het raadslid weten of er een mogelijkheid is om tijdens de spits de poortjes open te stellen. “Zodat reizigers vlot in- en uit kunnen checken en bij calamiteiten tijdens deze drukke uren de reizigers altijd snel een veilig heenkomen kunnen zoeken.”