Zwolle – Bergklooster, een begraafplaats met geschiedenis. Op deze oude rivierduin in de buurt van de Vecht stond ooit het St Agnietenklooster, een klooster waar Thomas a Kempis zijn De Imitiatione Christi (De navolging van Christus) schreef. Een belangrijke plek voor de Moderne Devotie. Ook is de plek bijzonder vanwege zijn plantengroei.
De ‘Moderne Devotie’ beweging ontstond ruim 150 jaar voor de reformatie. De beweging kwam voort uit de behoefte aan vernieuwing binnen de kerk. In een tijd van honger, veel armoede en ziektes verwaarloosden priesters en religieuzen hun geestelijke taken. De handel in aflaten, zelfs van nog niet begane zonden vierde hoogtij. Geert Groote (1340-1384) besefte dat er niet alleen een vernieuwing binnen de kerk nodig was, maar ook een innerlijke vernieuwing.
In 1374 stelde Geert Groote zijn huis in Deventer ter beschikking aan vrouwen die buiten het klooster een religieus leven wilden leiden. Zij noemden zichzelf ‘Zusters van het gemene leven’. In 1387 stichtten de ‘Broeders van het gemene leven’ het klooster van Windesheim. Van hieruit werden veel nieuwe kloosters gesticht, zodat de beweging zich als een olievlek over Nederland en Noord West Europa verspreidde.
Eind van de 14e eeuw vertrokken een aantal broeders samen met Geert Groote vanuit de binnenstad van Zwolle, een uur gaans richting Overijsselse Vecht. Ze hadden behoefte aan een plek waar ze zich in afzondering konden weiden aan hun innerlijk leven. Geert Groote wees op een van de rivierduinen een geschikte plek aan voor een nederzetting. In 1398 werd het klooster St- Agnietenberg ingewijd en een jaar later 1399 de begraafplaats.
De eerste prior van het klooster was Johannes a Kempis. Johannes was de oudere broer van Thomas a Kempis, de beroemdste bewoner van het klooster. In 1399 arriveert hij in het klooster waar hij pas in 1406 zijn eeuwige gelofte aflegt. Thomas kopieert tijdens zijn lange en werkzame leven de bijbel en hij schrijft vele geschriften. De Navolging van Christus is zijn bekendste boek. Het is naast de Bijbel, een van de meest gelezen boeken ooit. Het boek is nog steeds actueel en wordt al eeuwenlang in verschillende vertalingen uitgegeven.
In 1471 overlijdt Thomas op 91 jarige leeftijd en wordt hij begraven in de kapel van het klooster. In 1672 wordt zijn stoffelijk overschot onder leiding van pastoor Waaijer opgegraven en enige decennia in Zwolle vereerd. Zijn gebeente is in een fraai gesneden schrijn bijgezet en bevindt zich sinds 2006 in de Onze Lieve Vrouwe Basiliek (Peperbuskerk).
De priestergraven van weleer zijn verdwenen. Het kloostercomplex is in 1581 afgebroken in opdracht van het protestantse Zwolse gemeentebestuur. Op de begraafplaats is nog wel een oude grafzerk te vinden uit de laatste periode van het katholieke kloostercomplex. De zerk is van de heer Jan Mulert overleden in 1540, eigenaar van het naastgelegen landgoed ‘De Kranenburg’. Na de afbraak van het klooster werd de gewijde begraafplaats toegeëigend door de buurtbewoners. Al eeuwenlang werden en worden Zwollenaren op Bergklooster ter ruste gelegd. Onder hen telgen uit belangrijke families zoals Van Haersolte, Vos van Steenwijk, Van der Wijck, Sichterman, Van Rechteren Van Appeltern, Van Dedem, Van Namen van Eemnes.
Op de begraafplaats Bergklooster worden al jaren geen chemische bestrijdingsmiddelen meer gebruikt. Hierdoor kreeg de flora steeds meer kans om tot bloei te komen. De oude rivierduinvegetatie was in al die eeuwen niet helemaal verdwenen. Nu wordt op de oudste gedeelten van de begraafplaats pas laat in het najaar gemaaid, zodat de oorspronkelijke zeldzame rivierduinvegetatie volledig tot bloei kan komen en zich uit kan zaaien. Op de begraafplaats bloeien blauwe grasklokjes, lila duifkruid, Zwolse anjer, zandblauwtjes, echt walstro en paars bloeiend Tijm Op de oude grafstenen groeien zeldzame korstmossen en er staan bijzondere bomen op de begraafplaats waaronder de hemelboom.