Zwolle – De begroting voor 2020 van Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) ligt in lijn met de eerder uitgesproken verwachting. Dit betekent dat de kosten stijgen met 1,9 miljoen euro.
De belangrijkste redenen hiervoor zijn investeringen voor het renoveren en vervangen van stuwen, gemalen en rioolwaterzuiveringen, de cao-ontwikkeling van personeel en het actualiseren van de ICT (onder andere software). Ook de hogere marktprijzen voor inhuur van bijvoorbeeld aannemers in de grond-, weg- en waterbouw en loonbedrijven zijn van invloed op de hogere begroting.
Het algemeen bestuur van WDODelta bespreekt op dinsdag 19 november het voorstel om hiervoor de waterschapsbelasting 2020 te verhogen. Afhankelijk van de categorie waartoe belastingbetalers behoren, slaagt het waterschap erin de tariefstijging voor de meeste categorieën beperkt te houden. In de openbare vergadering neemt het bestuur hierover een definitief besluit.
Het voorstel waarover het bestuur gaat besluiten houdt in dat de uitgaven voor 2020 met 1,9 miljoen euro worden verhoogd tot 124,3 miljoen euro. “Dat moeten we natuurlijk uitleggen”, zegt portefeuillehouder Financiën Herman Odink. “De wereld waarin we wonen en werken, is meer dan ooit in beweging. Ontwikkelingen gaan in razend tempo. Meer dan ooit te voren hebben we te maken met de gevolgen van de klimaatverandering waarop we ons moeten voorbereiden. Maar denk ook aan digitalisering en innovaties. Ook als waterschap zitten wij op die trein. Voordat we daar de vruchten van kunnen plukken, vraagt dat nogal het één en ander. En daarnaast gaat het ‘gewone werk’ ook door. Als waterschap moeten we keuzes maken over de breedte van onze taak. Wat doen we nu wel, maar ook zéker wat doen we dan niet? Dat is een complexe afweging waarbij we niet alleen te maken hebben met het hier en nu, maar ook met de toekomst.”
Het opvangen van de effecten van de klimaatverandering eisen extra maatregelen, zowel in steden en dorpen als in landelijk gebied. Samen met gemeenten en inwoners wordt bekeken wat dit concreet betekent. Odink: “In landelijk gebied kunnen we bijvoorbeeld waterbergingen aanleggen of sloten vergraven om extra ruimte te creëren voor een teveel aan water. Verder treft het waterschap voorzieningen om water juist vast te houden in droge perioden en is het onze taak het grondwater zo goed mogelijk op niveau te houden.”
Daarnaast worden diverse projecten uitgevoerd om landbouw en natuur van voldoende en schoon water te kunnen voorzien en staan er verschillende grote dijkversterkingen op de agenda, onder andere vanuit het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma. Alle waterschappen moeten daaraan een financiële bijdrage leveren. “Tevens moeten de rioolwaterzuiveringen optimaal blijven presteren om het vele rioolwater van huishoudens, bedrijven en industrie schoon te maken en gaan we door met het verweven van duurzaamheid en circulariteit in ons werk. Dat kost geld, maar levert uiteindelijk ook geld op.”
De cao-ontwikkeling voor het personeel is ook een oorzaak van de hogere lasten. “Al met al is er veel werk te verzetten”, licht Odink toe. “We hebben de stijging van de kosten zo minimaal mogelijk weten te houden, maar we ontkomen er helaas niet aan. Althans, dat is het voorstel. Het algemeen bestuur neemt er uiteindelijk een besluit over.”