Zwolle – Aan de Thorbeckegracht 41 is in de gevel van een huis uit 1721 een gevelsteen ’t Veerschip op Utrecht’ gemetseld. De afbeelding op de steen stelt een zeilende botter op zee voor. Vanaf de Thorbeckegracht vertrokken verschillende veerdiensten waaronder die naar Utrecht.
‘Zwolle vormt een druk knooppunt van snelwegen, straten, spoorrails en andere verkeersstromen. Maar ook met de fiets en zelfs via het water is de stad uitstekend te bereiken!’ staat er te lezen op de site van de gemeente. In vroeger tijden was dat anders. Zwolle heeft als menig andere stad van betekenis zijn bloei vooral te danken aan zijn ligging aan het water. De landwegen die er waren, waren slecht. Er konden slechts kleine hoeveelheden goederen over vervoerd worden. In een waterrijk land als het onze konden goederen, personen en zware vrachten makkelijker over water vervoerd worden.
Door de ligging aan het water kreeg Zwolle een belangrijke marktfunctie. Deze marktfunctie maakte een betrouwbare aan- en afvoer van goederen noodzakelijk. Zwolle onderhield daarom op gezette tijden veerdiensten met diverse plaatsen. De afvaart tijden van de veerschepen waren te lezen in de Overijsselsche Almanak. Met deze veerdiensten werden niet alleen goederen vervoerd. Er konden ook passagiers mee.
Tot in de twintiger jaren van de vorige eeuw werd het meest gebruik gemaakt van kleine zeilschepen. Deze schepen hadden vrij breed vaarwater nodig om tegen de wind in te kunnen varen. Op smallere wateren werd gebruik gemaakt van de trekschuit. (Zeilschepen werden ook wel getrokken.) Voorwaarde was wel dat er een zogenaamd jaagpad moest zijn. Langere afstanden werden later afgelegd met stoomboten. Bijvoorbeeld met de stoomradarboot op Amsterdam. Deze werd in 1842 in de vaart genomen.
Op vrijdagen was het een drukte van belang in Zwolle als er markt en veemarkt was. Schepen lagen te laden en te lossen aan de Buitenkant, de Thorbeckegracht, het Rode Torenplein en aan de Diezerkade. De bruggen gingen steeds open en dicht om al het scheepvaartverkeer mogelijk te maken.
De beurtvaart was zwaar. Als er onderweg meerdere plaatsen aangedaan werden moesten goederen gelost en geladen worden. Goederen moesten soms tijdelijk gelost worden om weer plaats te maken voor andere goederen. De bemanning van de schepen moest dit zelf doen.
De beurtvaart was met het leven van de Zwollenaren verweven. De namen Bosch, Bastiaan, Selhorst, Kruithof, Weenink, Rigter, Rump en vele andere namen waren echte ‘beurtvaartnamen’.
De geschiedenis van het pand aan de Thorbeckegracht gaat terug tot in de zeventiende eeuw. Reizigers die met de schepen meevoeren konden wachten tot hun schip vertrok. Vanaf 1900 is het pand in gebruik als café-slijterij met een houten bord ‘Schippersveerhuijs’ op de gevel. De familie Krisman was eigenaar in die tijd. Er is nu een horeca- gelegenheid in het pand gevestigd.