Zwolle – Tomy Holten, de 40-jarige arrestant die zaterdag 14 maart in Zwolle om het leven kwam, is overleden als gevolg van een overdosis drugs, niet door politiegeweld.
Uit onderzoek is gebleken dat een hoge concentratie amfetamine hem fataal is geworden. Het geweld dat bij zijn aanhouding is gebruikt was noodzakelijk en proportioneel, oordeelt het Openbaar Ministerie (OM) Oost-Nederland. Het OM zal niemand strafrechtelijk vervolgen.
Tomy Holten stierf nadat agenten hem met hulp van omstanders tegen de grond hadden gewerkt, en hem hadden meegenomen naar het politiebureau. De man verkeerde in verwarde toestand. Hij is rond de aankomst op het politiebureau overleden.
Het rijksrechercheonderzoek dat na het overlijden is ingesteld, heeft geen aanwijzingen opgeleverd dat geweld heeft geleid tot de dood van de arrestant. Het OM concludeert dat er geen sprake is van strafbare feiten. Het OM ziet daarom geen reden tot strafvervolging van agenten of andere personen betrokken bij de gebeurtenissen voorafgaand aan het overlijden. Dat is dinsdag 13 oktober en woensdag 14 oktober bekendgemaakt aan betrokkenen.
Niet goed aanspreekbaar
De politie werd 14 maart rond 17.30 uur te hulp geroepen door zowel omstanders als medewerkers van de supermarkt aan de Hogenkampspassage. De man liep de winkel in en uit, viel mensen lastig, schreeuwde en praatte onsamenhangend. Een getuige omschreef het als ‘zombiegedrag’. Op de parkeerplaats trok hij het bijrijdersportier van een auto open en ging op de bijrijdersstoel zitten hetgeen tot grote angst leidde bij de bestuurder. Ook trok hij het portier van een andere rijdende auto open.
Toen de politie kwam, was de man niet goed aanspreekbaar. Hij vertoonde heel onrustig, verward gedrag en greep op een enig moment naar het koppel van een van de agenten, waar het dienstwapen zich bevindt. Daarop is besloten hem gecontroleerd naar de grond te brengen om hem te boeien, zodat hij zichzelf en anderen niks aan kon doen. De man verzette zich hiertegen. De politie kreeg hulp van omstanders.
Op beelden is te zien hoe ze hem tegen de grond gedrukt houden. Daarbij is ook een schoen tegen het hoofd van de man geplaatst (op de linkerwang). Dat gebeurde nadat hij een van de agenten had gebeten in zijn been. Uit onderzoek is gebleken dat met de schoen is geprobeerd te voorkomen dat de man nogmaals zou bijten. Ook is om die reden een klap gegeven door een van de agenten. Nadat de man heeft gebeten, is hij aangehouden voor mishandeling.
Sectie
Uit sectie is gebleken dat er geen letsels op de linkerwang zijn die passen bij het drukken met een schoen. In elk geval heeft het plaatsen van de schoen geen invloed gehad op het overlijden van de man, zo blijkt uit onderzoek. Ook heeft sectie duidelijk gemaakt dat er geen reden is om aan te nemen dat er zodanige druk is uitgeoefend op het lichaam dat hij als gevolg daarvan is overleden.
Wel is een dodelijke concentratie amfetamine aangetroffen in het bloed van de arrestant. Het ontregelde gedrag dat de man vertoonde, heeft volgens de onderzoekers kenmerken van een “geëxciteerd delier”, een hevige, regelmatig fataal verlopende reactie op drugs. Kenmerken zijn onder meer overprikkeling, paranoïde gedrag, ogenschijnlijk bovennatuurlijke kracht, het uiten van onsamenhangende spraak en/of geluiden.
Proportioneel
De officier van justitie concludeert: “Ik stel vast dat door de politie en de omstanders geweld is toegepast. Dat geweld was nodig, proportioneel en daarom ook toegestaan om de man onder controle te krijgen en te houden. Ook al was bij aanvang van de geweldstoepassing – te weten het naar de grond brengen en controleren van de armen, benen, het lichaam en hoofd van de man – geen sprake van een door hem gepleegd strafbaar feit, zijn gedrag gaf alle reden om hem in deze – voor hem uiteraard zeer benarde en waarschijnlijk ook angstige – positie te brengen.” Volgens de officier vormde de man een mogelijk gevaar voor zichzelf en anderen.
Een te hulp geroepen GGD-medewerker heeft de man gecontroleerd voordat hij naar het politiebureau is gebracht. In de bus op weg naar het bureau ademde en bewoog de arrestant nog en had hij spierspanning in de benen. Op het moment dat hij in een cel werd gelegd, werd geconstateerd dat het niet goed met hem ging. Pogingen hem te reanimeren, waren vergeefs.
Bron: Openbaar Ministerie