Zwolle – Studenten van mbo Menso Alting Zwolle zijn bovengemiddeld tevreden over hun school. Dat blijkt uit de tweejaarlijkse JOB-monitor, het landelijke studententevredenheidsonderzoek in het mbo, waarvan de resultaten vorige week zijn uitgereikt aan de minister van onderwijs.
Mbo Menso Alting gaat van een schoolrapportcijfer 6,8 in 2020 naar een 7,3 in 2022. Directeur Bert Veuger: “Ik kijk met trots naar de resultaten van deze JOB-monitor. Wij hebben als Menso Alting ondanks de corona-perikelen, een prachtige prestatie neergezet en dat is gezien door onze studenten. Een mooier compliment kunnen we niet ontvangen.”
De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) laat dit onderzoek sinds 2000 tweejaarlijks uitvoeren. Met de monitor wordt door studenten gesignaleerd wat goed gaat in het mbo en waar verbetering noodzakelijk is. Mbo Menso Alting hecht veel waarde aan de resultaten van de JOB- monitor, juist omdat het motto van de school is: Samen geloven in ontwikkeling.
Docent Erik Jan Groen, kwaliteitsmedewerker vanuit Menso Alting: “Ons motto komt bij de JOB-monitor goed tot uitdrukking. De resultaten gegeven door studenten geven de school input om het elke dag een beetje beter te doen.”
Naast de rapportcijfers geven studenten hun mening over diverse thema’s, zoals onderwijs, begeleiding, informatievoorziening, omgeving, sfeer en veiligheid, stageplek, schoolwerkplek, lesmateriaal en toetsing. De thema’s worden beoordeeld op een schaal van vijf punten.
Mbo Menso Alting is op alle fronten gestegen ten opzichte van 2020 en scoort op bijna alle thema’s bovengemiddeld. Opvallend is dat het thema stage hoog beoordeeld is binnen de school. Met name de stage waarbij werken gecombineerd wordt met leren laat een flinke stijging zien van 3,3 naar 4,2. De werkplekscore stijgt van 3,5 naar 4,2 en de tevredenheid van de reguliere stagiaires over de begeleiding van het leerbedrijf is met een 4 gewaardeerd.
Bert Veuger: “Een dergelijke stijging is alleen te realiseren als je continu samen eraan werkt om kwaliteit te verbeteren: studenten, onze betrokken docenten, maar ook het werkveld, zoals blijkt uit de hoge waardering voor de stage.”