Het was vroeger in veel kerkelijke gezinnen de gewoonte dat de boodschappen of grotere aankopen gedaan werden bij leden van de kerk waar men lid van was. Mijn ouders deden het ook. Zo hadden we twee bakkers voor het dagelijks brood en twee kruideniers.
Een daarvan was een Centra-winkel van de heer Lichtenberg in de Van Galenstraat op nummer 3. Waarom ik dat zo goed weet? Op nummer 1 woonde een klasgenoot van me, van de lagere school en een jaartje HBS. We kwamen nooit bij Lichtenberg in de winkel. Die haalde op donderdag ‘het boekje’ op, zeg maar moeders verlanglijstje, en bezorgde de volgende dag het hele zwikje aan huis.
Ik kwam wel bij Frans Schot van nummer 1 thuis. We maakten speciale katapulten, fietsten op een paar vrije dagen naar zijn broer in Apeldoorn, zowel heen als terug wind tegen. En we rookten stiekem te veel sigaretten.
Frans kon goed tekenen en wilde er zijn beroep van maken. Daarom verliet hij de HBS en we verloren elkaar wat uit het oog. Ook omdat ik meestal op vakantie naar Ameland ging en hij naar Terschelling. Hij is er blijven wonen en gelukkig geworden. Hij schilderde en tekende daar en is onder meer bekend geworden met de wrakkenkaarten van de Waddenzee.
Toen ik rond het jaar 2000 voor een managementbijeenkomst een paar dagen naar Hotel Schylge op dat eiland moest, zag ik zijn naam staan onderaan een wandschildering in de hal van dat hotel. Hij bleek er in de buurt te wonen.
Zo is er weer een contact ontstaan, er kwam een aantal keren een reünie van de lagere school en leerden we elkaar weer nader kennen. Zelf vind ik het steeds weer wonderbaarlijk wat een reünie doet, of het nu van je familie is of van een schoolklas. Zoals met onze klas die toch acht jaar grotendeels samen is opgetrokken.
Je ontdekt dan hoeveel je met elkaar gemeen hebt, als familie vanwege de roots, als klasgenoten door een, letterlijk, gezamenlijke basisopleiding die je hele leven met je meegaat.
Waarom Floepie boven dit verhaal? Frans was, in mijn herinnering, de enige met een bijnaam in de klas. Hij was aanmerkelijk kleiner dan onze gemiddelde klasgenoot. Bovendien was hij watervlug. Rapper, zouden ze in België zeggen, vandaar.
Hoewel, ‘k geloof niet dat hij ooit sneltekenaar is geworden.