Toen de A28 nog een tweebaansweg naar Meppel was, lagen er drie drukke horecabedrijven, vanuit Zwolle gezien, rechts van die weg. Twee chauffeurscafés, dat van Bertus Huisman en dat van Herman Zielman, en natuurlijk Hotel Café Restaurant Waanders bij Staphorst.
Het laatstgenoemde was decennialang een in de regio bekend horecabedrijf, gerund door ene Jan Waanders. Voor velen een plek om tijdens een lange autorit even te pauzeren, zo nodig te overnachten.
Toen de A28 een snelweg werd en men middels een viaduct ongehinderd het kruispunt naar Rouveen en Staphorst kon overslaan, deed dat het hotel op den duur niet veel goeds. Hoezeer ook heel wat Zwolse families het kenden als een fijne plek om een huwelijksfeest of ander familiefeest te vieren.
Zo vierden mijn ouders er hun koperen bruiloft en toen mijn opa afscheid nam van ons familiebedrijf, de koffiebranderij, hadden we daar ook weer een etentje. ’t Was ook, dat moet gezegd worden, dat Waanders wel een belangrijke klant was, waardoor het mes aan twee kanten sneed.
Het cafégedeelte is nog heel lang een stek geweest voor vaste klanten. De gezelligheid aan de stamtafel was alom bekend. Onder meer door de eigen uitspraken van de die-hard klanten. Zoals die voor een rondje: “Ober, vlieg d’r nog eens langzaam overhiene!” Daardoor heeft het nog lang in de schaduw van het viaduct bestaan, toch was het op den duur niet vol te houden.
Men dacht het te kunnen slopen voor de bouw van appartementen, maar dat werd niet toegestaan. Wel werd het hotelgedeelte omgevormd tot huisvesting voor statushouders. En nu hebben de pandeigenaar, tevens projectontwikkelaar, Jan Mulder en zijn vrouw Jeanet besloten het restaurant op te knappen en weer te openen, en het zelf te gaan runnen hetgeen, als de planning goed is verlopen, onlangs is gebeurd.
Wellicht vanuit zoiets als jeugdsentiment kan ik zeggen dat ik zo’n initiatief als dat van het echtpaar Mulder zeer kan waarderen. Er is naar mijn idee te vaak gebruikgemaakt van het argument ‘slopen en nieuwbouw is goedkoper dan vernieuwen’. Dat men er heel vaak de historie mee naar de knoppen hielp, is daarbij vaak uit het oog verloren.
Want hoe je het wendt of keert, de geschiedenis is een bron van verhalen. Ik had ze dan niet gekend en kunnen optekenen. Juist dat houdt me van én op de straat.