Als iedereen die ontevreden is over iets waarmee hij of zij dagelijks te maken heeft en daarvoor de gemeente ter verantwoording roept, is Leiden, pardon, Zwolle in last. Natuurlijk moet het wel gaan over zaken waarvoor het gemeentebestuur, mede, verantwoordelijk is.
Zo ben ik ontevreden over het snoeibeleid bij ons in de buurt. Een ander is ontevreden over het foutief parkeren, een derde over de straatverlichting, de vierde over de ganzen, en de vijfde over de busroutes. Zo kan ik nog wel even doorgaan.
’t Schijnt nu makkelijker te worden de gemeente te beïnvloeden als je een groep of groepje medestanders om je heen weet te verzamelen. Zoals lijkt te gebeuren bij de bewoners van de Eekwal die vrezen voor de veiligheid van hun kinderen. Ik las dat er nu aanpassingen zullen worden gepleegd om aan hun wensen te voldoen.
Dat moeders vrezen voor de veiligheid van hun kinderen lijkt me een normale zaak. Mijn moeder vreesde zelfs al voor de veiligheid van haar kleinkinderen in haar heel stille straat. Maar wat te denken van de bewoners van, ik noem maar wat, de Hortensiastraat of de Burgemeester de Vos van Steenwijklaan?
Wonen is toch voornamelijk een kwestie van keuze. Als je ergens gaat wonen moet je, naar mijn idee tijdig, de consequenties overdenken. Wat zijn de voordelen en de nadelen? Een voordeel van de Eekwal is dat er mooie huizen te vinden zijn, het er sfeervol wonen is en in het centrum van de stad. Nadelen lijken mij het parkeren en het centrumverkeer. Wil je dat laatste niet, moet je andere keuzes maken. Trouwens de verkeerssituatie van vroeger, met twee rijstroken en veel meer vooral busverkeer, was vast stukken onveiliger.
Het verbaast me dat de gemeente lijkt mee te gaan met het idee van de verontruste ouders. Er gaat iets van precedentwerking van uit. ‘Demonstreer een beetje opvallend want dan krijg je je zin’, kan toch niet de bedoeling zijn. Vooral als er voor de toekomst al plannen zijn, in een groter kader.
Wat me echt verbaast, is een argument van wethouder Roelfs om het wel te doen, dat er van geldverspilling geen sprake is. “Wat we ook in 2030 besluiten, het heeft ons dan zo’n 35.000 euro gekost.” Blijf ik zitten met een vraag: “Hoe hoog moet zo’n bedrag zijn voordat de wethouder vindt dat er wel van verspilling sprake is?”