Het Zwolse stadsbestuur heeft de Netwerkaanpak Mobiliteit Zwolle gepresenteerd, een plan met maatregelen voor de korte en lange termijn. Zo las ik op deze website, een als altijd zeer betrouwbare bron. Daarom durf ik het aan om er een column over te schrijven.
Als eerste lees ik dan: “De stad groeit snel en daarom is volgens wethouder Gerdien Rots een andere inrichting van het verkeer noodzakelijk: ‘Het vraagt om een toekomstbestendige mobiliteitsaanpak voor fietsers, voetgangers en openbaar vervoer, en ook voor auto- en vrachtverkeer.’” Ik weet niet beter dan dat Zwolle sinds de samenvoeging in 1967 met Zwollerkerspel groeit en niet zo’n beetje ook.
Die groei overkomt ons trouwens niet, die is het gevolg van bewuste keuzes van Zwolse bestuurders en de hen controlerende gemeenteraad. Op die groei is in het verleden ook ingespeeld. De ‘Ring’ is niet voor niets aangelegd. Fietsstraten zijn al een jarenlang bestaand fenomeen in Zwolle, 30-kilometerzones, wie kent ze niet in onze stad.
We noemen het dus nu de Netwerkaanpak Mobiliteit Zwolle, een toekomstbestendige mobiliteitsaanpak en, o ja, we veranderen stukjes stad in “verblijfsgebieden”. Wat een jeukwoord trouwens, alsof er nu niemand kan of durft te verblijven.
Opvallend vind ik ook de zin: “De gemeente bereidt de Ring voor op zwaarder verkeer. De Holtenbroekerbrug op de Zwartewaterallee wordt verbreed en krijgt extra rijstroken. Hoe is dat te rijmen met de huidige woningbouw aan die Zwartewaterallee? Het is al erg genoeg dat de A28, zelfs verhoogd, dwars door onze stad loopt. We gaan parallel daaraan zwaarder verkeer toestaan? Op langere termijn, waar de gemeente het in hun visie over heeft, zie ik de problemen nu al opdoemen.
De meest fnuikende gemeentelijke opmerking staat wel aan het slot: “Naast het aanpassen van wegen wil de gemeente dat meer reizigers buiten de stad overstappen op fiets of bus.”
Hoe is dat te rijmen met het openbaar vervoer en het parkeerbeleid voor fietsen in het centrum van Zwolle? Ik mag die fiets niet meer overal neerzetten. Ik moet naar zogenoemde fietsenstallingen. Of ik neem de bus. Er lopen zegge en schrijve drie (3) buslijnen langs het randje van het stadscentrum. Kortom, ‘Zie maar hoe u er komt!’ zou net zo goed de titel kunnen luiden van een eveneens ongewenst mobiliteitsplan.