Er lijkt weinig aan de hand als op een zaterdagmiddag twee auto’s Zwartsluis binnenrijden. Midden in het havenplaatsje stappen zo’n tien Poolse mannen uit bij de Poolse winkel aan het Buitenkwartier. Niet veel later arriveert Marius K. (34), een Poolse Sluziger, oftewel een inwoner van het dorp. Op het busstation zet hij zijn motor op de standaard. Een man in een grijze hoodie loopt op hem af. De twee raken verwikkeld in een felle discussie. Intussen voegen zich steeds meer Poolse mannen uit Zwartsluis bij Marius K. Wat daarna volgt, is volgens justitie “een massale vechtpartij die grote indruk maakt op een kleine gemeenschap als Zwartsluis, waarbij mensen geconfronteerd worden met heftig geweld.”
Het gebeurde allemaal op zaterdagmiddag 29 maart. Zo’n twintig mannen van Poolse komaf raakten slaags met elkaar. Grof geweld werd niet geschuwd en ten minste één man raakte gewond. De politie vond weinig bewijs. Ook een oproep om het slachtoffer te vinden leverde niets op. Wel werden drie mannen aangehouden, maar die hielden hun kaken stijf op elkaar. De politierechter moest het vrijdag doen met slechts één video.
Voor hem in het verdachtenbankje zitten drie mannen uit Zwartsluis: Mariusz K., Karol C. (33) en Wojciech S. (52). De rechter vertelt het trio wat hij ziet in het filmpje. Volgens hem staat de groep bezoekers minutenlang rustig bij elkaar. Ook als K. arriveert en spreekt met de man in grijze hoodie lijkt er nog weinig aan de hand. “Het lijkt wel een wat heftig gesprek,” concludeert de rechter.
Uitschuifbare wapenstok
Hij beschrijft dat K. terugloopt naar zijn haastig gestalde motorfiets in het busstation en dan ziet dat zijn dorpsgenoten er zijn. Mariusz K. draait zich plotseling om en rent op de tegenstanders af. Tijdens het rennen trekt hij een uitschuifbare wapenstok uit de binnenzak van zijn leren jack.
Een flinke matpartij volgt bij de fietsenstalling in het busstation. Wojciech S. staat driftig rond te zwaaien met een lange sok met een flinke steen erin. Bij een bushalte ligt een man onder het bloed. Karol C. laat zich ook gelden en deelt een schop uit aan iemand die op de grond ligt.
Twee getuigen bellen de politie, maar als die ter plaatse komt is de rust alweer teruggekeerd. In de omgeving lopen C. en S. samen als ze door agenten worden aangehouden. Een getuige waarschuwt de agenten dat S. de sok met steen heeft weggegooid. Over de aanleiding van de vechtpartij wil niemand iets verklaren bij de politie. Ook in de rechtbank ontkennen de mannen dat er sprake was van een vechtafspraak zoals justitie vermoedt.
Was het een vechtafspraak?
“Ik ging vlees halen voor een barbecue,” verklaart Mariusz K. “Die mannen probeerden me bang te maken en de wapenstok liet iemand vallen. Ik heb het van de grond geraapt om mezelf te verdedigen.” Ook Karol C. ging die middag alleen een boodschapje doen: “Ik wilde brood kopen en rende ernaartoe om te kijken of er slachtoffers waren.” De politierechter onderbreekt hem: “Nou, die waren er en uw kompaan was fors bezig met het rondzwaaien van die sok.”
Op de schoen van C. werd vers bloed aangetroffen bij zijn aanhouding. “Dat was mijn eigen bloed,” verklaart hij. “Twee dagen eerder had ik een wondje aan mijn hand.” Ook Wojciech S. is zich van geen kwaad bewust: “Een sok met steen heb ik altijd bij me, ik heb er toen wel mee gezwaaid, maar ben weggegaan.”
“Het vreemde is dat de slachtoffers zich nooit bij de politie hebben gemeld,” zegt de officier van justitie. Hij denkt vrijwel zeker te weten dat het om een vechtafspraak ging. “Een groep van links is met auto’s aangekomen en dan een groep van rechts. Beide nemen een aanvallende vechthouding aan en volgt er een confrontatie.” Hij neemt het S. kwalijk dat hij een sok met steen gebruikte: “Een levensgevaarlijk wapen waar je iemand het licht mee uit de ogen slaat.”
Volgens justitie is op de videobeelden te zien dat C. schopt en slaat naar iemand die op de grond ligt. “Het slachtoffer is door K. tegen de grond geslagen en C. rent er dan heen,” aldus de officier. “Volgens mij heeft hij hem ook geraakt want hij had het bloed nog op zijn schoen.”
Reden van vechtpartij een raadsel
Daarnaast is het OM ervan overtuigd dat K. de wapenstok uit zijn binnenzak haalde. “Nergens is te zien dat u iets van de grond raapt of van een bankje pakt.” Het Openbaar Ministerie eist een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden tegen alle drie de mannen.
Alleen K. heeft een advocaat in de arm genomen. Zij vraagt de rechter om haar cliënt vrij te spreken, omdat het zou gaan om noodweer. Daar gaat de rechter niet in mee. “Ik heb twintig keer naar de beelden gekeken en die kloppen niet met uw verklaring. U rent de man in de hoodie achterna, steekt uw hand in de binnenzak en maakt dan slaande bewegingen met de wapenstok. U loopt daarna naar de vechtpartij bij de fietsenstalling en pakt opnieuw het wapen.”
“De beelden waarop u te zien bent heb ik tien keer bekeken,” zegt de rechter tegen C. “Ik zie u schoppen en slaan naar iemand die op de grond ligt.” De politierechter hoefde minder vaak naar de video te kijken om zijn conclusies te trekken over de rol van S. “U staat agressief om u heen te zwaaien met een gevaarlijk wapen.” Tot de geëiste gevangenisstraffen komt het echter niet.
“Het is een raadsel wat er echt gebeurd is omdat niemand erover wil verklaren,” aldus de rechter. “De politie heeft te weinig gedaan om uit te zoeken wat er werkelijk aan de hand was.” Hij legt alle drie de mannen een taakstraf op van 100 uur, waarvan 50 uur voorwaardelijk is.