Petre H. (60) kwam vorig jaar samen met zijn jongere maatje L. vanuit Roemenië naar Nederland. “Schijnbaar om bij supermarkten voor honderden tot duizenden euro’s te stelen,” volgens justitie. Het duo sloeg in korte tijd toe bij vier supermarkten en ging met goedgevulde boodschappentassen aan de haal. In Zwolle sloegen de Roemenen als eerste toe bij de Jumbo in winkelcentrum Holtenbroek. “Op een uiterst professionele, planmatige en geraffineerde wijze,” aldus het Openbaar Ministerie.
Bij alle supermarkten gingen de twee op dezelfde wijze te werk. Beide mannen hadden een ‘oortje’ in en stonden volgens justitie vermoedelijk met elkaar in contact. Petre H. vulde twee grote boodschappentassen, die in zijn winkelwagentje stonden, met tandpasta, Zwitsal-producten, wasmiddel en andere prijzige lang houdbare artikelen.
L. liep ondertussen met een leeg winkelmandje door de supermarkt. “Waarschijnlijk om een oogje in het zeil te houden en zijn kompaan te waarschuwen als er iemand aankwam,” aldus de officier van justitie. Zodra de tassen gevuld waren nam H. het lege mandje over van L. Daarmee liep hij langs de kassa. De jongere Roemeen duwde de winkelwagen naar het toegangspoortje en daar opende Petre H. het poortje. De boodschappentassen werden uit het karretje gehaald en het duo verliet snel de winkel.
Als eerste sloeg het tweetal op woensdag 9 oktober 2024 toe bij de Jumbo op het Bachplein in Zwolle. Op dinsdag 26 november 2024 gebeurde dat bij de Jumbo aan het Molenplein in Heerenveen. Een dag later waren de Albert Heijn en een filiaal van de Jumbo op de Markt in Dedemsvaart de dupe van de twee Roemenen.
Mobiel banditisme
“De tassen werden tot de rand gevuld met goed verhandelbare dure producten,” concludeerde de officier van justitie na het bekijken van de bewakingscamerabeelden van de vier supermarkten. Omdat het duo in korte tijd meerdere keren toesloeg, is er volgens het OM sprake van mobiel banditisme, een vorm van internationale georganiseerde criminaliteit waarbij rondtrekkende bendes delicten plegen.
“Dat kunnen we niet tolereren en dan past alleen maar een forse strafeis.” Omdat L. in april al veroordeeld werd tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden eist de officier dat Petre H. dezelfde straf krijgt opgelegd.
De politierechter van dienst vindt dat alle vier de diefstallen bewezen zijn en dat er sprake is van mobiel banditisme. Hij gaat echter niet mee in de eis van justitie, en sluit zich evenmin aan bij de uitspraak van een andere politierechter. Hij veroordeelt H. tot een onvoorwaardelijke celstraf van 3 maanden.