Henk Mussche (78) is sinds drie weken te gast bij Hospice Zwolle. In gesprek met Renate van den Bos vertelt hij openhartig over zijn leven, zijn laatste fase – en vooral over de rust die hij er heeft gevonden. “Ik wil dat iedereen weet hoe fijn het hier is,” zegt hij met overtuiging.
Geboren en getogen in Zwolle werkte Henk 44 jaar bij het GAK (nu UWV), waar hij huisbezoeken aflegde. De laatste vijf jaar van zijn loopbaan bracht hij door bij de Belastingdienst. Samen met zijn vrouw Joke kreeg hij twee kinderen. Nu is hij opa van drie.
Wie hem zoekt, vindt hem in gedachten vaak terug op het veld van CSV’28, waar hij jarenlang leider was – onder andere van Max Huiberts (nu technisch directeur bij AZ), oud-FC Zwolle-speler en sportpsycholoog Sander Roege, en Mike Willems, voormalig technisch manager van PEC Zwolle.
Na zijn ontslag uit het ziekenhuis ging Henk naar Hospice Zwolle. Een beslissing waar hij, zoals hij zelf zegt, alleen maar dankbaar voor is. “Er mankeert al een tijd van alles aan me, en inmiddels ben ik uitbehandeld. In het ziekenhuis konden ze niets meer voor me doen. Het zag ernaar uit dat ik – opnieuw – naar huis gestuurd zou worden. Maar thuis ging het gewoon echt niet meer.”
Bijna-thuis-huis
“Mijn vriendin Ineke trok aan de bel,” vertelt Henk. “Sinds mijn lieve vrouw Joke elf jaar geleden overleed, is Ineke de waardevolste vrouw in mijn leven. Ze zei: ‘Henk, terug naar huis is geen optie meer. Er moet een betere oplossing zijn.’ En daar had ze helemaal gelijk in.”
Diezelfde middag nog kwam er een arts aan zijn bed. Ze hebben uren gepraat. De arts vertelde over Hospice Zwolle: een bijna-thuis-huis waar je liefdevol wordt opgevangen. Waar mantelzorgers worden ontlast, vrijwilligers helpen met de dagelijkse zorg, en je eigen huisarts en thuiszorg betrokken blijven. Dat klonk als muziek in Henks oren.
Een dag later reed de ambulance richting Hospice Zwolle. “Toen ik hier binnenkwam, wist ik niet wat me overkwam. Ik ben hier niet alleen, maar heb wel de privacy van mijn eigen, fijne kamer. En het zijn de kleine dingen die het verschil maken.”
Lachend vertelt hij: “Een van de eerste nachten kwam de nachtzuster rond middernacht bij mijn bed. Gewoon even gezellig kletsen. Ze had een waterijsje voor me en vroeg of ik er ook nog een bitterbal bij wilde. En overdag word ik in de watten gelegd door de vrijwilligers. Ze doen alles met zoveel liefde en aandacht.”
Pap met advocaat en slagroom
Henk eet geen vast voedsel meer, dus pap is zijn dagelijkse kost. “Een vrijwilliger stelde voor om er advocaat doorheen te doen. En ach, dan kan er ook best wat slagroom bovenop. Dat was zo lekker! Niets is te gek.” Henk is en blijft ondanks alles positief. “Zoals Johan Cruijff zei: ‘Elk nadeel heb zijn voordeel’. Afhankelijk zijn is vreselijk, maar hier merk je: mensen willen je echt helpen. Daar word ik oprecht gelukkig van.”
“Het einde is onvermijdelijk, maar hier voelt het goed. Ik hoop nog wel een keertje te kunnen borrelen met mijn kleinkinderen en hun partner. En als het dan echt zover is? Dan hoop ik dat mijn nabestaanden mijn leven vieren, hiernaast bij restaurant Loetje … Dat wordt vast gezellig!”
Door: Renate van den Bos
Lees ook: Van het concert des levens krijgt niemand een program