Zwolle – Vrijdag 17 september aanstaande staat in het teken van de rivier de Vecht. Deze middag wordt het startsein gegeven voor maar liefst twee projecten die in het kader van het provinciaal programma Ruimte voor de Vecht worden uitgevoerd.
Ten eerste de ontstening van de Vecht, waarbij Waterschap Groot Salland de stenige oevers van de Vecht vervangt door natuurlijke oevers. Daarnaast verricht wethouder Erik Dannenberg de starthandeling voor de aanleg van een natuurbuffer bij de Agnietenberg. De natuurbuffer, bestaande uit water, moeras en een droger deel, zal werken als een natuurlijke begrenzing. Dankzij deze natuurbuffer komt natuurbeleving en – ontwikkeling van de Vecht meer tot elkaar.
Onder de noemer Ruimte voor de Vecht werken provincie Overijssel, gemeenten – waaronder Zwolle – , waterschappen en maatschappelijke organisaties in het Vechtdal samen aan waterveiligheid, maar ook aan de versterking van het Vechtdal zelf. Denk bijvoorbeeld aan een toekomst voor de agrarische en recreatieve sector. Maar de intentie is eveneens om het gebied aantrekkelijker te maken, voor zowel inwoners als toeristen. Door bijvoorbeeld nieuwe natuur te realiseren en meer werk te maken van de cultuurhistorie in het gebied. Door gezamenlijk naar de toekomst te kijken en elkaar, willen partners sneller resultaat boeken en een kwalitatief mooier gebied realiseren.
Waterschap Groot Salland start met het ontstenen van in totaal ruim 4 km Vechtoever tussen Zwolle en Genne en ter hoogte van Varsen bij Ommen. Dit project is onderdeel van het programma ‘Ruimte voor de Vecht’. Tevens start de gemeente Zwolle met de aanleg van een natuurbuffer bij de Agnietenberg in Zwolle. Ook dit is een onderdeel van het programma ??Ruimte voor de Vecht??. Gedeputeerde Piet Jansen van de provincie Overijssel en dijkgraaf Herman Dijk verrichten op vrijdag 17 september de starthandeling van het ontstenen. Wethouder Erik Dannenberg start diezelfde dag met de aanleg van de natuurbuffer.
Halfnatuurlijke Vecht
De oevers van de Overijsselse Vecht zijn in het verleden bijna in zijn geheel vastgelegd met kraagstukken, natuursteen en stortsteen. Deze situatie past niet in het streven naar een “halfnatuurlijke Vecht” zoals dat in een eerste Vechtvisie uit 1997 is genoemd. Een visie die recent nieuw leven is ingeblazen mede vanuit het programma Ruimte voor de Vecht. Dit programma is een samenwerkingsverband waarin de provincie Overijssel, de gemeenten, de waterschappen, het Overijssels Particulier Grondbezit, het Regionaal Bureau voor Toerisme en Staatsbosbeheer en sinds kort LTO en NMO samenwerken aan de veiligheid van de Vecht en de integrale versterking van het Vechtdal.
Daarnaast vormt de stenen oever een groot knelpunt vanuit de Kaderrichtlijn Water, waarin doelstellingen zijn opgenomen voor een goede ecologische waterkwaliteit van de Vecht. Veel vissen, waterinsecten en planten zijn namelijk afhankelijk van een natuurlijke oever. Ze vinden daar hun voedsel, beschutting en paaiplaats. Om deze natuurlijke oevers te laten ontstaan, dienen de stenen verwijderd te worden. Daardoor krijgen natuurlijke processen als erosie en sedimentatie weer de ruimte en zal op termijn een lokaal mozaïek ontstaan van natuurlijke strandjes, steilrandjes en begroeiing.
Het doel van de natuurbuffer is om meer ruimte te creëren in het winterbed voor de rivier de Vecht op een zodanige wijze dat de huidige natuurwaarden behouden en op termijn vergroot worden. Door tevens aan de grens met camping Agnietenberg maatregelen uit te voeren wordt de fysieke afscheiding landschappelijk beter inpasbaar. Doel is naast een bijdrage te leveren aan rivierveiligheid en natuurontwikkeling, recreanten beter te begeleiden in het mooie buitengebied van Zwolle. Hierbij wordt de gemeente geholpen door Provincie Overijssel en Watershap Groot Salland die beide het project subsidiëren.
Samenwerken
Veel gronden langs de Vecht ten noorden van Zwolle zijn in eigendom van Staatsbosbeheer en Landschap Overijssel. Het waterschap heeft daarom samen met deze organisaties enkele trajecten aangewezen waar ontstening kansrijk is. Grote oeverafslag zal hier niet plaatsvinden en de veiligheid staat uiteraard voorop. Daarom wordt alleen ontsteend op locaties waar dit geen kwaad kan: daar waar de afstand tot civieltechnische kunstwerken en keringen voldoende groot is en waar de gronden in eigendom zijn bij Staatsbosbeheer en Landschap Overijssel. Over enkele jaren leveren de ontsteende oevers een natuurlijk en afwisselend beeld op dat past bij een “halfnatuurlijke Vecht”.
Eind 2010 zal het werk worden afgerond. Provincie Overijssel en het Rijk subsidiëren ongeveer de helft van de kosten. De andere helft is voor rekening van het waterschap.
Harde werkers daar bij WGS 😉