Zwolle – Het Waterschap Groot Salland start vrijdag 1 oktober met de jaarlijkse dijkschouw. Dit betekent dat vanaf die datum medewerkers van het waterschap controleren of de dijken goed de winterperiode ingaan en waar eventuele herstelwerkzaamheden nodig zijn. Tevens wordt bekeken of delen van dijken goed zijn onderhouden door eigenaren en andere onderhoudsplichtigen.
Onderhoudsplichtigen en eigenaren van dijken in het werkgebied van het Waterschap Groot Salland dienen op grond van de Keur van het waterschap met betrekking tot (hoofd)-waterkeringen en een strook van 4 meter uit de teen daarvan, ook aan een aantal verplichtingen te voldoen. Zo moeten de aanwezige begroeiingen, de grasmat en de oeverbegroeiingen goed in stand worden gehouden. Daarnaast moeten de waterkeringen vrij worden gehouden van bentepollen, distels, ridderzuring en andere ongewenste kruiden en moeten zand, hout, afval en overige voorwerpen worden verwijderd. Ook dienen molshopen geëgaliseerd te worden en moeten wortels van opkomende begroeiing van bomen en struiken worden weggehaald. Tot slot moeten wild, mollen en ander gedierte dat het waterkerend vermogen van dijken kan schaden, worden bestreden. Voor het overgrote deel voert het waterschap zelf deze werkzaamheden uit, omdat het eigenaar is van de meeste waterkeringen in het werkgebied.
Veiligheidseisen
Eén van de taken van het waterschap is zorgen voor bescherming tegen hoge waterstanden op de rivieren. De dijken moeten voldoen aan steeds strengere veiligheidseisen.Het is belangrijk dat de dijktaluds erosiebestendig zijn. Om dit te bewerkstelligen is in het beleid van het waterschap geen ruimte voor het weiden van vee op de dijken (in sommige gevallen kan ontheffing verkregen worden voor schapenbeweiding), bemesting en zijn er regels opgesteld over de wijze van maaien van dijken. Om te kunnen voldoen aan de landelijk opgestelde veiligheidseisen controleert het waterschap hierop.
Ook zesjaarlijkse toetsing
Het gebied van het Waterschap Groot Salland telt circa 200 kilometer primaire waterkeringen langs de IJssel, het Zwarte Water, Zwarte Meer en de Vecht. Daarnaast liggen in het gebied 100 kilometer regionale keringen en nog eens zo’n 200 kilometer overige waterkeringen (zoals langs het Overijssels Kanaal en de Dedemsvaart).
Het waterschap toetst, naast de halfjaarlijkse controle tijdens de dijkschouw, elke zes jaar de kwaliteit van de dijken grondig volgens de regels van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dat is nodig omdat er altijd wat werking in dijken zit.
Steeds worden nieuwe methoden in de toetsing verwerkt, waardoor de dijken volgens de nieuwste inzichten worden beoordeeld. Zo weet het waterschap waar verbeteringen nodig zijn en welke prioriteit ze moeten krijgen. Door de voortdurende wisselwerking tussen toetsing en verbetering blijven de dijken op orde.