Zwolle – Dit najaar is in de Geschiedenishal van het Historisch Centrum Overijssel de tentoonstelling ‘MijnBuurtMijnVerhaal – Westenholte-Voorst-Frankhuis’ te zien. Deze tentoonstelling vertelt in thema’s de geschiedenis van deze wijken en is ontwikkeld in samenspraak met bewoners uit de wijken. Bij de tentoonstelling komt een educatieve component, gericht op de basisscholen in Westenholte.
Omdat het onderwerp van de Kinderboekenweek, ‘Hallo wereld!’ goed past bij wijkgeschiedenis, wordt de educatiecomponent een project dat zich kan afspelen in de Kinderboekenweek (3-14 oktober 2012). Aan de orde kwamen verschillende onderwerpen uit het dagelijks leven, zoals: wonen, werken, vrije tijd, verenigingsleven en onderwijs. Op basisschool De Morgenster in Westenholte vond woensdagmiddag een presentatie plaats over de tentoonstelling ‘Westenholte-Voorst-Frankhuis’. De leerlingen maakten kennis met de geschiedenis van hun wijk. Hun wereld begint immers om hen heen, in de buurt. Bovendien is Westenholte een buurt op zich, met families die er vaak al generaties lang wonen. Een uitwisseling tussen jong en oud is daarmee goed te organiseren. Het HCO heeft het lesmateriaal zo ontwikkeld, dat leerkrachten er zelfstandig mee kunnen werken. Alle onderdelen spelen zich af op school en in de wijk.
Via Lees verder meer nieuws en foto’s…
Uitwerking ‘Hallo wereld!’ – MijnBuurtMijnVerhaal bestaat voor alle klassen uit vijf onderdelen: een korte instap en daarna de lessen de Dubbele Foto, Westenholte in de hoofdrol, Op bezoek en Groeten uit Westenholte.
Gedurende het gehele project werken de leerlingen uit groep 5 t/m 8 aan een onderzoeksblad, waarop zij aanvullende vragen schrijven en er tijdens het bezoek van/aan de oudere Westenholtenaren de antwoorden bij noteren. In de groepen 3 en 4 is die rol voor de leerkracht weggelegd. Wat willen de leerlingen weten na ieder onderdeel? De vragen kunnen leerkrachten op het bord noteren, zodat de leerlingen via opa en oma alle antwoorden kunnen krijgen. De groepen 3 t/m 8 voeren op hoofdlijnen allemaal dezelfde onderdelen uit. Het historische bronmateriaal dat gebruikt wordt, is visueel. Daardoor kunnen leerlingen van alle leeftijden ermee kennismaken. Doordat de historische diepgang van de opdrachten verschilt en zij zelf vragen stellen en actief op onderzoek uit gaan, zullen de uitkomsten per groep verschillen.
Het lesmateriaal werd zowel op papier als digitaal aangeleverd, zodat er op het digitale schoolbord ook mee gewerkt kan worden.
Da’s bebelangrijk: over roofridder Zweder zijn slot….de Stinsberg enzo Over de 3 muskebiers? Is er ook een bijspijkercursus?