Zwolle – Het is de vraag of de huidige behandelstrategieën bij patiënten met diabetes die ouder zijn dan 75 jaar, altijd de juiste zijn. Bij deze groep is de behandeling slecht onderbouwd en zijn nadelige effecten van de behandeling niet uit te sluiten. De behandeling van diabetes en van andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten kan bij veel patiënten ouder dan 75 jaar minder streng zijn. Deze conclusie trekt onderzoeker Hans van Hateren uit een langlopende studie bij het Diabetes Kenniscentrum in Zwolle. Hij promoveert op woensdag 13 februari aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Het aantal patiënten met diabetes is hoog en neemt de komende jaren nog verder toe. Ruim een kwart van deze patiënten is ouder dan 75 jaar. Juist van deze groep is weinig bekend over het effect van glucoseregulatie of bloeddrukverlaging. Het nut hiervan is onomstreden bij jongere patiënten. Maar in grote wetenschappelijke studies zijn patiënten ouder dan 75 jaar vaak niet of onvoldoende vertegenwoordigd. Daarom is het de vraag of de huidige behandelstrategieën van toepassing zijn op deze groeiende groep patiënten. Met zijn onderzoek wil Van Hateren de behandeling van diabetes bij patiënten ouder dan 75 jaar meer wetenschappelijk onderbouwen.
Andere consequenties risicofactoren
Uit zijn onderzoek blijkt dat voor oudere patiënten met diabetes traditionele risicofactoren voor hart- en vaatziekten (bloeddruk, cholesterol en glycemische regulatie) andere consequenties hebben dan bij jongere patiënten. Zo hebben ouderen met een verhoogde bloeddruk juist een betere levensverwachting. Het is dan ook niet precies bekend in welke mate zij behandelingen moeten krijgen om bloeddruk, cholesterol en suikerwaardes te verlagen. Terwijl er weinig bewijs is voor gunstige effecten van medicatie, is het juist deze groep die het meest wordt behandeld.
Informeren naar duizeligheid
Van Hateren concludeert verder dat bloeddrukdaling bij het gaan staan (orthostatische hypotensie) erg vaak voorkomt bij ouderen met diabetes; dit vormt een risico op vallen. Een dergelijke bloeddrukdaling wordt ook gezien als een bijwerking van bloeddrukverlagende medicatie. Hij adviseert om bij deze groep vaker actief te informeren naar klachten van duizeligheid, omdat dit veel eenvoudiger is dan het meten van orthostatische hypotensie.
Doel behandeling individueel bepalen
Van Hateren komt tot de conclusie dat het bij oudere patiënten erg belangrijk is om te kijken naar het doel van de behandeling. Hij vraagt zich daarbij af of het zin heeft te streven naar een zo laag mogelijk risico van hart- en vaatziekten of dat het zinvoller is te streven naar een optimale kwaliteit van leven. De geschatte levensverwachting en kwetsbaarheid van de ouderen zijn hierbij belangrijke factoren om te overwegen. Van Hateren bepleit nadrukkelijk de noodzaak van het individualiseren van behandeldoelen en streefwaarden.
Curriculum Vitae
Hans van Hateren (Hardenberg, 1983) studeerde Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij deed zijn promotie-onderzoek bij het Diabetes Kenniscentrum van Isala Klinieken in Zwolle, als onderdeel van de langlopende ZODIAC-studie. De titel van zijn proefschrift is: ‘Diabetes care in old age’. Hij werkt als huisarts in opleiding aan het UMCG en als arts-onderzoeker bij het Diabetes Kenniscentrum in Zwolle.