Zwolle – Na de grote stadsbrand van 1324 is de stad opnieuw opgebouwd, maar de toen gebouwde huizen zijn in de loop van de tijd door voortdurende verbouwingen niet meer in originele staat zichtbaar. Over dit Onzichtbaar Zwolle hield het Erfgoedplatform Zwolle dinsdagavond 22 maart een drietal lezingen bij Waanders in de Broeren. Meer dan honderdvijftig Zwollenaren waren hierop afgekomen en de brasserie van Waanders zat helemaal vol. Stadshistorie leeft!
Bouwhistoricus Henry Kranenborg van de afdeling Monumenten van de gemeente gaf dinsdagavond inzicht in ons verleden. De middeleeuwse stad kreeg aan de buitenkant een heel ander uiterlijk toen in de zeventiende eeuw een hele nieuwe vestinggordel om de oude stad werd gebouwd met vestingwerken, nieuwe stadsmuren, toegangspoorten en bolwerken. De oude middeleeuwse stadsmuur werd onzichtbaar omdat Zwollenaren daar nieuwe huizen tegenaan of overheen bouwden. De kapper aan de Spoelstraat heeft in zijn pand een deel van deze oude muur zichtbaar gemaakt. Ook in de negentiende eeuw veranderde de stad ingrijpend. Middeleeuwse huizen kregen een nieuwe voorgevel en dikwijls werd er een verdieping opgebouwd. Recent zijn vele huizen aan een bouwhistorisch onderzoek onderworpen en bleek dat er achter de voorgevels dikwijls middeleeuwse casco’s zitten. Volgens Henry Kranenborg “de verborgen parels” in de binnenstad van Zwolle.
Peter Boer van adviesbureau Arxc hield de tweede lezing en hij noemde Zwolle het Manhattan aan de Aa omdat de verdiepingloze middeleeuwse huizen in de binnenstad in de loop van de tijd steeds hoger werden, net zoals in New York. De huizen dicht bij de Grote Kerk zijn van oudsher het hoogst omdat vooraanstaande Zwollenaren dicht bij het handelscentrum van de stad wilden wonen en op de schaarse grond beter in de hoogte dan in de breedte of diepte konden bouwen. De Van Beek- panden zijn hiervan een mooi voorbeeld. Elders in de stad werden pas laten verdiepingen op de woningen gebouwd en gebruik gemaakt van een nieuwe houten kapconstructie die bekend staat als de “Zwolse kap.” Ook Peter Boer memoreerde de ingrijpende veranderingen in de negentiende eeuw. Van een slapend provinciestadje werd Zwolle een dynamische stad met een regionale verzorgingsfunctie.
Door aanleg van de Willemsvaart kreeg Zwolle verbinding met de IJssel en konden binnenschippers voortaan via de IJssel, Willemsvaart, stadsgracht naar het Zwarte Water. De schippers uit het Zuiden hoefden daardoor niet meer via het IJsselmeer naar het Noorden, maar gingen via Zwolle. Ook werd Zwolle aangesloten op het landelijk spoorwegennet. De bevolking en bedrijvigheid nam stevig toe. De warenmarkt en veemarkt trok veel mensen uit de regio naar de stad en de meeste woningen en ambachtelijke werkplaatsjes aan de Diezerstraat werden omgebouwd tot winkels en de middenstandsgezinnen verhuisden van de begane grond naar de eerste verdieping.
De derde lezing werd verzorgd door Wijnand Bloemink van Bureau Bouwwerk en hij ging in op de ontstaansgeschiedenis van het Noordereiland. Dit kunstmatige eiland is in de zeventiende eeuw gebouwd als onderdeel van de nieuwe verdedigingswerken van Zwolle. De middeleeuwse bebouwing werd door het toenmalige stadsbestuur rigoureus onteigend en gesloopt. Aan de zuidkant van het Noordereiland de Dijk (later Thorbeckegracht genoemd) en aan de noordkant werd een nieuwe gracht gegraven. Helemaal omringd door water zoals dat ook nu nog het geval is. Op het nieuwe eiland werden nieuwe huizen gebouwd langs de Dijk, die nu een geweldig binnenstadsfront langs de Thorbeckegracht vormen.
Deze avond van het Erfgoedplatform Zwolle kan als een geslaagde avond worden beschouwd en de gastvrijheid van Waanders in de Broeren gaf een extra historisch cachet aan deze avond. Duidelijk werd dat de stad al een aantal malen ingrijpend is getransformeerd: na de stadsbrand in de veertiende eeuw, bouw vestingwerken in de zeventiende eeuw en toenemende bedrijvigheid en dynamiek in de negentiende eeuw. Of de eenentwintigste eeuw ook als een periode van ingrijpende transformatie zal worden aangemerkt kunnen we pas over een eeuw vaststellen.
Hennie Vrielink
Reporter Weblog Zwolle
Ik had hier ook wel graag heen gewild, maar was gisteren helaas verhinderd, gelukkig heb ik wel het boek Onzichtbaar Zwolle en dat is zeker interessant en je leert er veel door.
Nogmaals een oproep aan de Gemeente Zwolle, het is heus geen schande om een historisch pand dat in de loop van de tijd verdwenen is wellicht te herbouwen, dit zou juist alleen maar een goede opsteker voor de stad zijn!
Helemaal mee eens 😉
Prachtig verhaal. Lees graag meer eigen verslagen hier op WLZ.
Maar nee, @Historischbesef. Ik ben niet voor het herbouwen van panden die in de loop van de tijd verdwenen zijn. Dat is de klok achteruit draaien. Uit bovenstaand verslag blijkt ook dat de panden steeds aan de eisen van de tijd aangepast zijn. En zo gaat het maar door. Wat er nu gebeurt is over honderd jaar ook weer historie. Laat het allemaal maar gebeuren. Mopperen is uiteraard ook toegestaan. Wellicht wordt dat mopperen over honderd jaar ook als onderdeel van onze historie beschouwd.
Het heeft niets met mopperen te maken, maar met het aantrekkelijker en interessanter willen maken van de binnenstad voor toeristen en ook voor de bewoners zelf.
Modernistisch bouwen is in een historische binnenstad gewoon een ‘no-go’ (uitzonderingen daargelaten) en het zou juist zo’n mooi gebaar zijn van de Gemeente Zwolle om zoiets terug te geven aan de bewoners.
Ook al is het ‘maar’ bijvoorbeeld de kraan die eeuwenlang op het Rode Torenplein heeft gestaan, maar dat zegt veel meer over een Gemeente dan dat je je bewoners/burgers een boete wilt geven wanneer ze de fiets eens een keer fout hebben neergezet in de binnenstad.
Wij kunnen beter zorgen dat bestaande monumenten blijven staan in originele vorm dan nieuwe te herbouwen.
Een slecht voorbeeld is het ei op De Fundatie past helemaal niet op zo’n historisch gebouw!