Zwolle – In een goed gevulde Statenzaal gingen kunstenaars, politici en kunstliefhebbers zaterdag met elkaar in debat. Ook werd de eerste aanzet voor een manifest over de waarde van beeldend kunstenaars en beeldende kunst voor de stad Zwolle met het publiek gedeeld.
Kunstenaar en socioloog Marcel Goossen en de gemeenteraadsleden Jacob Raap (Christenunie Zwolle) en Mark Oldengarm (D66 Zwolle) debatteerden samen met het publiek over de kleinschalige en onbekende kunst in de stad Zwolle.
Zwolle profileert zich als cultuurstad maar doet dat, volgens de meeste deelnemers aan het debat, vooral door het belang van museum De Fundatie te onderstrepen. Men is wel trots op De Fundatie maar het museum mikt vooral op de bekende namen uit de kunstwereld en wil samen met de gemeente een groot publiek naar de stad trekken.
Eén van de weinige podia die wel een plek biedt aan hedendaagse kunstenaars is CW12 op bedrijventerrein De Marslanden. Er werd besproken of dit niet anders zou kunnen door leegstaande gebouwen in de binnenstad te gebruiken als expositieruimte. Zo opperden sommigen om het leegstaande oude politiebureau, het stedelijk museum of Hudson’s Bay hiervoor te gebruiken.
Ook niet iedereen in de oude Statenzaal bleek voorstander van tijdelijke expositieruimte voor kunstenaars. Hun voorkeur gaat uit naar een permanente locatie. Wethouder Monique Schuttenbeld, aanwezig in het publiek, gaf aan dat er voor sommige van de genoemde gebouwen al een nieuwe bestemming is. Ook kan de gemeente geen nieuwe bestemming bepalen voor panden die niet haar eigendom zijn. De gemeente kan volgens haar wel een bemiddelende rol spelen.
Tijdens het debat bleek dat iedereen elkaar goed kon vinden omdat ze dezelfde doelstelling volmondig onderschreven. Allen willen van Zwolle een bruisende plek maken met een divers aanbod van kunst en cultuur. Hiervoor is het van belang dat autonome beeldend kunstenaars zich gaan binden aan de stad omdat zij de hedendaagse kunst zichtbaar maken.
Aan het einde van het debat spraken de gemeenteraadsleden, de wethouder en kunstenaars met elkaar af om de dialoog op een later moment voort te zetten.