Zwolle – Kroegbaas Bob Kooistra heeft twee rechtszaken tegen zijn voormalig compagnon Marijn de Jong gewonnen. Kooistra en De Jong waren eerder samen aandeelhouder van café Bruut. De Jong moest na onderzoek door het Landeijk Bureau Bibop terugtreden als aandeelhouder. De gemeente Zwolle zou anders geen horecavergunning mogen afgeven waardoor het café in de Voorstraat de deuren kon openen.
In mei 2018 begon Kooistra met café Bruut. In ruil voor tien procent van de aandelen zou De Jong de boekhouding verzorgen. Ook zou hij de juridische dienstverlening voor zijn rekening nemen. Kooistra, voor negentig procent aandeelhouder, kon tijdens de aanvraag van de nieuwe horecavergunning open blijven. Het café draaide tijdelijk op de oude vergunning van de vorige eigenaren. Dit is het standaard gedoogbeleid van de gemeente Zwolle bij overname van kroegen.
In september 2018 werd de kroeg een week gesloten door de burgemeester van Zwolle nadat er een handgranaat aan de voordeur werd aangetroffen. Een week later besloot burgemeester Henk Jan Meijer dat Bruut dicht moest blijven tot er een nieuwe horecavergunning was verstrekt. Een half jaar later, in april 2019, kon de nieuwe horecavergunning worden afgegeven onder voorwaarden. Eén van deze voorwaarden was dat De Jong zou moeten vertrekken als aandeelhouder. De voorwaarden werden gesteld op basis van het onderzoek uitgevoerd door het Landelijk Bureau Bibop. Via dit bureau kan een gemeente de integriteit van aanvragers van onder meer horecavergunningen laten toetsen.
De Jong stuurde Kooistra vervolgens een brief waarin hij vroeg om de overeenkomst tussen de twee compagnons te ontbinden. Ook eiste hij de betaling van openstaande facturen. De Jong had zelf nog vijfduizend euro tegoed en zijn bedrijf bijna 21 duizend euro. Twee maanden later deed Kooistra aangifte bij de politie tegen De Jong. Volgens Kooistra had De Jong meer dan 79 duizend euro aan contant geld uit de kas van café Bruut verduisterd. De Jong deed op zijn beurt weer meerdere aangiftes tegen Kooistra. Ook voor het doen van een valse aangifte.
Op donderdag 5 februari stonden Kooistra en Jong voor de kantonrechter. De Jong had Kooistra twee maal laten dagvaarden. Hij eiste de betaling van zijn openstaande rekeningen en de betaling van openstaande rekening van zijn bedrijf De Jong juristen Zwolle.
Kooistra zijn advocaat Sybe de Vries betwiste het bestaan van een overeenkomst tussen Kooistra en De Jong. Volgens hem was de afspraak dat De Jong de boekhouding en juridische dienstverlening voor Bruut zou verzorgen in ruil voor tien procent van de aandelen van het café. De kantonrechter kon hier in mee gaan omdat De Jong geen stukken kon laten zien waaruit zou blijken dat er ooit een overeenkomst was gesloten. Ook kon De Jong de rechter er niet met feiten van overtuigen dat er sprake was van een overeenkomst.
Het bedrijf van De Jong slaagde er in de tweede rechtszaak ook niet in de kanton rechter te overtuigen. De oorspronkelijk afspraken waren volgens De Jong met hem gemaakt als persoon. In het vonnis, dat dinsdag verscheen, stelt de rechter dat De Jong niet aannemelijk kon maken dat de afspraak gemaakt tussen Kooistra en De Jong als persoon overgedragen is aan het bedrijf van De Jong.
De rechter wees de beide vorderingen van De Jong af. Hij veroordeelde De Jong in beide zaken tot het betalen van de proceskosten.