Zwolle – “Wanneer wij naar aanleiding van het coronavirus naar het verleden kijken, blijkt Zwolle eruit te springen wanneer het gaat om effectieve bestrijding.” Dit stelt de Zwolse stadsgids Mink de Vries.
“In het verleden heeft het gemeentebestuur van Zwolle de stad namelijk nooit echt ‘op slot gedaan'”, zegt De Vries. “Ze handelde veelal pragmatisch, ook wanneer er weer een pestepidemie uitbrak. Dat is misschien wel de reden dat Zwolle minder pestdoden had dan omliggende steden, die wel op slot gingen.”
Mink de Vries: “Net zoals vandaag met het coronavirus, werden mensen die besmet waren geraakt met het pestvirus eerst thuis geïsoleerd. Later werden ze samengebracht in zogenoemde pesthuizen.”
“De Gasthuizen, zoals het Binnengasthuis of Heilige Geest Gasthuis (1384), en het Pestengasthuys (1450) vingen zowel pestlijders als later leprozen op. Toen de Gasthuizen na uitbreiding van de stad binnen de stadsmuren kwamen te liggen, ging de opvang van de besmettelijke zieke mensen gewoon door,” weet stadsgids De Vries. “Ook was er een speciale kapel ingericht voor pestlijders, en later voor leprozen, die tegen de Grote Kerk was aangebouwd.”
Mink de Vries: “Je kan wel zeggen dat een gecontroleerde omgang met het pestvirus in de Middeleeuwen toen al zorgde voor een bepaalde groepsimmuniteit. De Pesthuizen en de zorgvuldige omgang met pestlijders, voornamelijk door nonnen, bleek effectiever in het tegengaan van verdere verspreiding van het pestvirus, dan het op slot gooien van de stad.”
“Wat dat betreft leert het verleden ons veel in het heden en voor de toekomst,” aldus stadsgids Mink de Vries.